Blus de vlammen van desinformatie op X en verlaat het platform niet

Crisiscommunicatie moet desinformatie bestrijden op de plek waar ze ontstaat. Vertrekken van X is een strategisch risico, stelt Tom Compaijen.

featured-image

Veiligheidsregio’s en gemeenten overwegen X (voorheen Twitter) te verlaten vanwege de desinformatie op het platform en de gevolgen daarvan. Juist daarom is vertrekken een strategisch risico. Crisiscommunicatie draait niet alleen om snelheid en zichtbaarheid, maar ook om het bestrijden van desinformatie en geruchten op de plek waar ze ontstaan.

Een crisis brengt onzekerheid, en in die onzekerheid gedijt desinformatie. Op sociale media verspreiden geruchten zich razendsnel. Een treffend voorbeeld zijn de rellen in Amsterdam in november 2024 rond de wedstrijd tussen Ajax en Maccabi Tel Aviv, waarbij misleidende frames en desinformatie op sociale media leidden tot escalatie en onrust.



Nog steeds bestaan er verschillende waarheden over wat er die nacht precies gebeurd is. Crisiscommunicatie is als brandblussen: je kunt het vuur alleen doven daar waar het oplaait, niet kilometers verderop in een veilige controlekamer. Op X worden de eerste vlammen van desinformatie zichtbaar.

Journalisten en opiniemakers pikken berichten op en traditionele media nemen die over. Wie daar niet aanwezig is, verliest de controle over het narratief. De bosbranden in Californië in januari 2025 illustreren dit haarscherp.

Terwijl duizenden mensen hun huizen moesten verlaten, werden sociale media een slagveld van gemanipuleerde verhalen. Trollen verspreidden desinformatie over de oorzaak van de branden: sommigen beweerden dat daklozen en immigranten de branden opzettelijk hadden aangestoken om rijke wijken te plunderen, anderen wezen politici als schuldigen aan, door valse beweringen te doen over bezuinigingen op de brandweer. Ook werden er berichten verspreid dat de federale overheid Californië in de steek liet door meer geld naar Oekraïne te sturen dan naar de bestrijding van de ramp.

Het nepnieuws werd verder opgeblazen door gecoördineerde activiteiten van bot -accounts, wat de polarisatie versterkte en de chaos deed toenemen. Daarbovenop moeten we rekening houden met hybride oorlogsvoering en desinformatiecampagnes vanuit statelijke actoren zoals Rusland. Russische trollenfabrieken proberen systematisch polarisatie in westerse samenlevingen te vergroten door splijtzwammen maximaal uit te buiten.

Zoals de Volkskrant -journalist Huib Modderkolk beschreef in zijn boek Dit wil je écht niet weten gebeurt dit zelfs bij iets onschuldigs als de ‘Week van de Lentekriebels’, de campagne rond seksuele voorlichting op scholen waar enige maatschappelijke discussie over ontstond. Russische trollen vergrootten de controverse door standpunten aan de extreme uiteinden in te nemen. Zo wakkerden ze de verdeeldheid in de Nederlandse samenleving verder aan.

Sindsdien stel ik dat je er bij een crisis standaard vanuit moet gaan dat kwaadwillenden actief desinformatie verspreiden om onrust en wantrouwen te vergroten. Lulu Cheng Meservey, een Amerikaanse topstrateeg in communicatie, schreef vorig jaar : „Het beheren van een X-account is nu belangrijker dan persrelaties. Toch zien veel organisaties socialemediabeheer nog als iets voor junior-medewerkers.

” Ook de Amerikaanse presidentsverkiezingen van 2024 onderstreepten de kracht van X. Donald Trump gebruikte het platform om kiezers te mobiliseren, geholpen door Elon Musk, die pro-Trump-inhoud en complottheorieën een boost gaf. X beïnvloedde direct de verkiezingsuitslag – wat laat zien dat sociale media een enorme invloed op de publieke opinie kunnen hebben.

Een eigen platform – zoals veiligheidsregio’s willen – klinkt aantrekkelijk, maar het publiek moet eerst de weg daar naartoe vinden, en dat kost jaren. Crisiscommunicatie is tegenwoordig ook een strijd om aandacht en waarheid. Overheden moeten opereren waar het vuur woedt – en dat is nog altijd op X.

.