Telkens wanneer Aja Monet een ruimte betreedt, straalt haar aanwezigheid een dwingende intimiteit uit. Woord voor woord weeft ze een pad waarmee ze haar toehoorders steeds verder haar wereld binnenleidt. Zo ging het ook op festival Le Guess Who in TivoliVredenburg afgelopen maand.
Een kleurrijke bloemenbos hangt als een elegante waterval over de microfoonstandaard, waarachter de 37-jarige dichter staat. Haar speurende blik nodigt het publiek uit tot een ontmoeting – als een naarstige zoektocht naar elke unieke ziel die zich in de zaal bevindt. Monets voordracht wordt gedragen door de jazzklanken van haar vierkoppige band.
Haar stem klinkt zacht maar doordringend alsof ze het publiek uitnodigt naar voren te leunen, om écht te luisteren. Op de achtergrond speelt de piano. Eerst ingetogen, maar naarmate de verzen aan tempo winnen, worden de klanken indringender.
Onder alles gromt de contrabas, een lage toon die zich rond elke zin vlecht. De blazers slingeren zich om Monets woorden heen: revolution revolution is not a spectator sport silence is a noise too (..
) it begins with you it begins with you loving you enough to love me as i am you Haar teksten, die met een metronomische cadans vanaf haar lippen vloeien, geven uiting aan een tastbaar verlangen naar gerechtigheid, maar gaan om zo veel meer. Terwijl ze mijmert over thema’s als liefde, heling en veerkracht, toont Monet met de rauwheid van haar stem dat poëzie zich niet beperkt tot louter woorden op papier. Ze lééft het.
A truth-telling word magician, zo omschrijft Monet zichzelf. In een oud zaaltje van Stichting Moira in Utrecht heeft ze net een workshop gegeven aan jonge artiesten van kleur. Ook in haar thuisstad New York heeft ze de afgelopen jaren kunst en poëzie aangegrepen voor gemeenschapsvorming en het opzetten van grassroots- bewegingen [De Engelse term voor politieke processen die aan de basis worden ontwikkeld, red.
] voor sociale rechtvaardigheid. „Hier hoef ik niet uit te leggen waarom poëzie ertoe doet. Dat wordt gevoeld.
We zijn hier voor de kunst, en voor elkaar. Dat geeft ons houvast. Dat is nu alles.
” Als Caribisch-Amerikaanse dichter uit Brooklyn put Monet uit een rijke erfenis van verhalen en tradities. Ze typeert zichzelf als een ‘surrealistische bluesdichter’, twee expressievormen die samen een „tapijt weven van het onbewuste en de rauwheid van geleefde ervaringen”, waarin ze kan uitdrukken „wat taal alleen niet kan vangen”. Monets werk is omvangrijk: van dichtbundels, toneelstukken tot samenwerkingen met grote namen als Angela Davis en Saul Williams.
In haar Grammy-genomineerde debuutalbum When the poems do what they do verweeft ze poëzie op natuurlijke wijze met ritme en melodie. Eerder bracht ze de dichtbundel My Mother Was a Freedom Fighter, een lofzang voor alle moeders, met diepe reflecties over identiteit, liefde en sociale rechtvaardigheid. Met Florida Waters heeft Monet pas haar nieuwe dichtbundel af, die toont hoe gedichten kunnen „reinigen, reflecteren, onthullen en ontrafelen”.
Monet groeide op in het oosten van New York in de jaren negentig. Tegen de achtergrond van een worstelende alleenstaande moeder waren de zomers bij haar grootmoeder een toevluchtsoord van rust en onbezorgdheid. Daar, vanaf de voordeurstoep, leerde Monet kijken en scherp observeren.
„Bijna alle zwarte vrouwen met wie ik opgroeide, verkeerden in een voortdurende staat van strijd en overleven. Zelden kregen ze de liefde die ze verdienden, en dat maakte een blijvende indruk op me. Het heeft me doen geloven dat ik minder liefde verdien dan waar ik recht op heb.
” Poëzie is voor Monet een uitnodiging om te „dwalen” in haar innerlijke wereld. De kunst van het dwalen heeft ze zich, met haar grenzeloze verbeeldingskracht, moeiteloos eigen gemaakt. „Intussen is poëzie de lens waardoor ik de wereld zie, waarmee ik mijn ervaringen en interacties kader, het is mijn waardensysteem geworden.
” Het etiket ‘activist’ heb je altijd resoluut afgewezen. Hoe vind jij je weg in een dichterswereld, waar je als zwarte vrouw voortdurend door die lens wordt bekeken? „Gewoon jezelf zijn, wordt al gezien als weerstand. Als louter iemand die ‘in conflict’ is met een systeem dat je zelf niet hebt gecreëerd.
Dat voelt beperkend en misleidend. Mijn poëzie ís liefde. Een daad van liefde, een oefening in liefde.
Dat is geen activisme of verzet, dat heet bestáán. Bovendien wordt verzet vaak geromantiseerd, gezien als iets nobels, een levenslang streven. Alsof mensen zeggen: ‘Kijk haar eens vechten! Kijk hoe sterk ze is!’ Maar ik wil die strijd niet verheerlijken.
Ik wil juist voorbij dat verzet komen en liefde omarmen: liefhebben en bemind worden. Alles wat dat in de weg staat, moet plaatsmaken.” Daarnaast gaat je werk over de zoektocht naar vreugde en liefde binnen die realiteit.
Hoe creëer je daar ruimte voor? „Diep van binnen wil ik gewoon wat iedereen wil: een eenvoudig, betekenisvol leven leiden. Ik ben een dichter. Ik houd van mijn kleine rituelen, van mijn vrienden en familie.
Ja, ik ben bereid te leren en ideeën die ik over de wereld heb geïnternaliseerd, uit te dagen. Maar ik wil ook gewoon in het gras liggen, zwemmen in de oceaan, in bomen klimmen, vogels kijken en met insecten praten. Die focus op overleven in plaats verbinding, daar heb ik altijd mee geworsteld.
” In Monets wereld is poëzie ook een steen die je naar Goliath kunt werpen. Maar in tegenstelling tot het geweld uit de bijbelse metafoor heeft de steen waarover zij spreekt een heel andere functie. „Poëzie gaat niet altijd over confrontatie.
De steen hoeft Goliath niet te raken. Soms werkt de tederheid van conflict ook ontwapenend: iemand tot nieuw inzicht brengen. Zoals de schoonheid van de steen laten zien.
Die mildheid is ook een manier om onrecht en geweld te ontmantelen.” Tijdens haar tienerjaren putte ze inspiratie uit het levendige culturele landschap van New York en bloeide haar liefde voor taal verder op. Op 19-jarige leeftijd werd ze de jongste Grand Slam-kampioen bij het prestigieuze Nuyorican Poets Cafe.
Toen al schoten Monet en haar generatiegenoten uit de dichterswereld met scherp over de Amerikaanse oorlogszucht, klimaatcrisis en huisvestingsproblematiek. Wat toen nog randzaken leken, zijn intussen centrale, maatschappelijke vraagstukken. „Er zijn talloze manieren onze zorg om de wereld die we delen uit te drukken.
Of het nu met je pen, je computer, je penseel of je stem is. Die daad van creëren, het schrijven, spreken, iets uit niets te maken, houdt me met beide benen op de grond. Het herinnert me aan de kracht van onze stemmen in zowel goede als slechte tijden.
”.
Vermaak
‘Bluesdichter’ Aja Monet: ‘Poëzie is de lens waardoor ik de wereld zie’
De poëzie van zelfverklaard ‘surrealistische bluesdichter’ Aja Monet is een zoektocht naar liefde, vreugde en een wereld voorbij de strijd. „Poëzie gaat niet altijd over confrontatie.”