Muizen die op verschillende momenten in hun vruchtbaarheidscyclus chemotherapie tegen borstkanker krijgen, reageren daar ook verschillend op. Dat ontdekten onderzoekers van het Nederlands Kanker Instituut (NKI) en het Oncode Instituut in een studie die woensdag werd gepubliceerd in Nature . De resultaten bevestigen een hypothese die wellicht logisch klinkt, maar in de medische wetenschap nog nauwelijks wordt getoetst: de menstruatiecyclus heeft invloed op hoe goed medicijnen aanslaan in het lichaam.
Kankerbehandelingen worden de laatste jaren steeds verder toegespitst op de individuele kenmerken en omstandigheden van de patiënt. Toch is in veel gevallen nog steeds niet duidelijk waarom niet iedereen even goed op een behandeling reageert. In studies wordt dan vaak gekeken naar verschillen tussen personen, maar nauwelijks naar verschillen binnen het individu.
De menstruatiecyclus heeft een grote invloed op allerlei processen in het vrouwelijk lichaam, van de werking van het immuunsysteem tot de regulatie van de lichaamstemperatuur. De onderzoekers van het NKI richtten zich in hun studie niet voor niets op borstkanker: borstcellen hebben hormoonreceptoren die – zo vermoedden de wetenschappers – extra vatbaar zijn voor de hormoonschommelingen die de menstruatiecyclus veroorzaakt. Een kwart van alle vrouwen met de diagnose borstkanker is nog niet in de overgang.
In de muizen die slechter reageerden op de chemotherapie zagen de onderzoekers meer vernauwde bloedvaten in de tumor en meer macrofagen, een specifiek soort afweercellen. Ook vertoonden sommige kankercellen gedrag waardoor chemotherapie lastig aanslaat. Alle drie die fenomenen traden op in specifieke fases in de hormonale cyclus van de muizen.
Met name het moment van de eerste chemokuur lijkt op basis van deze muizenstudie van groot belang. Van chemotherapie is bekend dat het de normale hormooncyclus stillegt en die eerste kuur bepaalt op welk moment de ‘pauzeknop’ wordt ingedrukt. De muizen die hun eerste chemokuur kregen terwijl ze veel macrofagen in hun tumor hadden, hielden daarna ook veel van die afweercellen in hun tumor, en vice versa.
Druk je die pauzeknop in op een gunstig moment in de cyclus, dan geeft dat bij muizen een betere uitkomst van de behandeling: de tumor wordt kleiner en de overlevingskans groter. Een eerste indicatie dat ook bij mensen het moment van de cyclus van invloed zou kunnen zijn op de uitkomst van de therapie is er al. De onderzoekers doken, na de resultaten van hun muizenstudie, in de databank van het NKI, waar ze van een kleine groep borstkankerpatiënten op basis van hun bloedmonsters konden terugzien op welk moment in hun cyclus zij hun eerste chemo ontvingen.
Ook al was de groep te klein voor definitieve conclusies, het gaf een eerste indicatie dat ook bij mensen wisselende uitkomsten konden worden gelinkt aan verschillende momenten in de cyclus. „Toen ik mijn vrouw vertelde over onze resultaten, was ze allerminst verbaasd”, zegt Jacco van Rheenen, hoofd van de onderzoeksgroep van het NKI, het onderzoeksinstituut van het Antoni van Leeuwenhoek. „Vrouwen voelen continu dat hun cyclus invloed heeft op allerlei processen in hun lichaam, dus waarom zou dat niet gelden voor de werking van medicijnen?” Uit de resultaten kunnen nog geen medische conclusies worden getrokken, benadrukt Van Rheenen, want de cyclus van muizen is in veel opzichten niet te vergelijken met die van vrouwen.
Toch zijn er genoeg overeenkomsten om in gerichte studies te onderzoeken of deze bevindingen bij mensen ook een rol spelen. Die studies zijn inmiddels begonnen..
Wetenschap
Bij muizen beïnvloedt de menstruatiecyclus hoe goed chemo aanslaat bij kanker
Bestaat er een verband tussen de menstruatiecyclus en de effectiviteit van medicijnen? „Vrouwen voelen continu dat hun cyclus invloed heeft op allerlei processen in hun lichaam.”