Vijftien jaar geleden stonden er bij de buren van kunstenaar Marieke Coppens (44) steigers tegen de gevel. Een inbreker klom omhoog en kwam via het dak Coppens’ appartement binnen, waar zij lag te slapen. Ze heeft hem niet gezien, maar in de vroege ochtend trapte ze in zijn drol in de keuken en haar computer en haar camera met werk erop waren verdwenen.
Die inbreker is hoofdpersoon geworden in haar onlangs verschenen boek: niet het uiterlijk voor goede vriendschappen net als de tongen van de honden , een kunstboek met verhalende poëzie. In het verhaal is De Man een eenzame figuur met een obsessie voor Het Meisje – hij neemt zelfs haar vuilnis mee – en Het Meisje voelt zich door hem gezien. Coppens wilde van de nare gebeurtenis iets leuks maken.
Niet als therapie, hoewel, het hele leven is op een bepaalde manier therapie, maar omdat ze ervan houdt om het perspectief om te draaien. Dat doet ze in het boek voortdurend. Personages krijgen geen namen, maar een paard heet ineens Bas.
Het Meisje zat vroeger op een internaat en haar voornaamste probleem was níét misbruikt te zijn. De Man schudt achtervolgers van zich af door niet hard, maar juist tergend langzaam te fietsen. Plaatjes staan soms op zijn kop en de structuur wordt bepaald door getallen.
Ik zoek haar op in haar atelierwoning. Er zijn 144 exemplaren van gedrukt op afgedankt papier uit de kringloopwinkel. Wil je geen groot publiek? „Jawel, hoor.
Ik heb er uiteindelijk ook een e-book van gemaakt. De zoektocht naar de juiste soorten papier is onderdeel van het kunstwerk en het heeft tien jaar geduurd voordat ik het bij elkaar had.” Je boek is vaak grappig, ook op schrijnende momenten.
Iemand die ongewenst zwanger raakt, heet consequent De Per Ongelukke Moeder. En dan heb je ook nog De Moeder van De Per Ongelukke Moeder, die dacht dat ze onvruchtbaar was. Geestig, al schep je er ook afstand mee.
„Humor is mijn bril om de wereld mee aan te gaan. En ik vind het niet erg als mensen er niet in meegaan. Het is niet mijn doel om meeslepend of verhelderend te zijn.
Ik ben liever de clown.” Je boek gaat vrij veel over de dood. Het Meisje denkt bijvoorbeeld dat haar buurman dood is.
Ze stuurt hem lege pakketjes om een teken van leven uit te lokken. „Ik moet zeggen dat ik nu wel anders over de dood zou schrijven, nu mijn vader en mijn schoonouders intussen zijn overleden. Het boek is dankzij die tien jaar in de la ook een soort tijdcapsule.
Inmiddels zou ik de dood met minder begrip benaderen, meer als een onmogelijke vriendschap, die je al jaren probeert te verbreken. Ik vind het ook erg moeilijk om inboedels van bejaarden op straat te zien staan. Al die spullen die ineens niets meer waard zijn, ontzield zijn, net als degene die ervoor gezorgd heeft.
Ik bezit ook een hele collectie borduurwerken die bij kringloopwinkels terechtkomen. Alle aandacht die daarin zit! Ik werk ook met textiel, dus daar kan ik nog wel eens iets mee doen.” Je thematiseert wat er gebeurt als je andermans afgedankte spullen koopt.
Het Meisje krijgt een ander loopje door schoenen die al door een ander zijn gedragen, zodat ze een voetafdruk krijgt die niet de hare is. In hoeverre zijn we onze spullen? „Ik noem spullen de ingewanden van het leven. Ik woonde vroeger in een nieuwbouwhuis tussen allemaal mooie oude huizen aan de Keizersgracht in Amsterdam.
Het was een prima jeugd, maar ik had een moeilijke verhouding met dat nieuwe gebouw. Nu woon ik in een oud pand en heb ik alleen tweedehands spullen. Dat ze van anderen zijn geweest, vind ik juist fijn.
Ik voel me nuttig als ik die zorg overneem.” Waarom wil de inbreker de spullen van het meisje hebben? „Hij wil haar worden, zodat hij zo dicht mogelijk bij haar kan zijn. Het boek stopt voordat je weet of de ingewanden van Het Meisje worden geaccepteerd door het leven van de inbreker.
” Je voetafdruk is ook een thema in je echte leven. We zitten oude croissantjes van ‘Too good to go’ te eten, en het is hier stervenskoud. „Ik stook niet meer, nee.
Sorry, haha. Mijn vriend is het niet eens met mijn klimaatbeleid. Als hij komt, doe ik de verwarming nog wel aan.
” In je werk raak je aan al die onderwerpen, soms slechts terzijde. Je geeft alleen het dier een naam, en daarmee is het onderwerp bio-industrie wel behandeld. „Veel kunstenaars die ik ken, zitten bij Extinction Rebellion.
Ik kan me voorstellen dat je in die activistische omgeving voortdurend denkt: ik heb ook een zeker bereik. Moet ik dat niet ten dienste stellen van dit hogere doel. Mijn zorgen over de wereld zijn groot en ik leef daar helemaal naar.
Maar qua werk twijfel ik nog. Het wordt nooit beter van een heel duidelijke of alarmerende boodschap en ik wil mijn eigen werk nog wel leuk blijven vinden.” Mensen hoeven niet hetzelfde als jij te denken, maar je bent wel af en toe goeroe van de door jezelf opgerichte sekte ‘Blue Creates the Open Space’.
„Ja, om te onderzoeken hoe dat is, in een sekte leven. Toen mijn oma ziek werd, ging ze bij een sekte en mochten we ineens geen contact meer met haar hebben. Daardoor werd ik daar nieuwsgierig naar.
” Ben je hier ook weer de clown? „Ja, maar ik bied de deelnemers wel echt iets. Ik heb alle regels en de commerciële filosofie van mijn oma’s sekte overgenomen. De kleur blauw speelt een grote rol en het heptagon.
Ik doe allerlei rituele handelingen. Als je een sessie bijwoont en je voelt niets, dan kun je een update kopen van 7 euro. Ik maak het dus net als de sekte heel commercieel.
Die update is een heptagon van plexiglas, die mag je met blauwe tape op mijn lichaam plakken. Aan het eind van de sessie is die dan opgeladen en krijg je het mee naar huis.”.
Vermaak
Bij Marieke Coppens werd ingebroken, ze maakte een kunstboek om de rollen om te draaien
Toen er bij Marieke Coppens was ingebroken, besloot ze de gebeurtenis te vangen in een beeldend kunstwerk in de vorm van een boek. Niet als therapie, maar door het perspectief van inbreker en slachtoffer om te draaien werd de inbraak anders.