Vlak bij de Grote Markt bevindt zich een goed bewaarde parel: poppentheater Toone. Een bruine kroeg met op zolder een theater, met houten banken en dito balken. Het is het enige traditionele Brusselse poppentheater dat vandaag nog bestaat.
Maar wat is het verhaal erachter? Poppentheaters dateren uit de zestiende eeuw. Toen sloot de Spaanse overheerser Filips II de theaters in onze regio, omdat hij bang was dat ze broeihaarden van verzet tegen zijn macht zouden worden. Hij werd immers gehaat door de bevolking.
Zo ontstond het poppenspel als alternatief voor het theater, omdat dat wel clandestien gespeeld kon worden in kelders en op koertjes. De toneelspelers werden vervangen door poppen, ook wel poesjenellen genoemd. Aan het begin van de negentiende eeuw waren de Brusselse poppentheaters razend populair, vooral bij mensen uit lagere sociale klassen en in de volkse wijken.
Kenmerkend voor het poppentheater is de grote vrijheid in toon en stijl. Het repertoire is zeer divers en put uit ridderverhalen, volkslegenden, opera's of zelfs religieuze en historische werken die dan werden opgedeeld in afleveringen. De werken werden altijd zeer vrij geïnterpreteerd.
Het marionettentheater was toen een populaire vorm van educatie. Voor de ongeletterde bevolking, die zich geen bezoek aan opera's of grote theaters kon veroorloven, was het een manier om toch op de hoogte te blijven van de laatste culturele ontwikkelingen. Een succesvolle poppenspeler destijds was Antoine Genty (1804-1890), in het Brussels ook wel Toone genoemd.
In 1830 begon hij spektakels, zoals De Vier Heemskinderen op te voeren in het Brusselse dialect op verschillende plekken in de Marollen. Zo kon je hem onder andere aan het werk zien in de De Wynantsstraat, Spiegelstraat en Kristinastraat. Genty kon niet lezen of schrijven, dus maakte hij zijn toneelstukken ter plekke.
Vertrouwend op zijn geheugen, vertelde hij populaire legendes. En zo richtte hij Theater Toone en de Toone-dynastie op. De naam 'Toone' werd een soort titel die doorgegeven werd aan de volgende generaties poppenspelers.
De nieuwe Toone moest door zowel zijn voorganger als door het publiek worden aanvaard. De titel werd soms ook doorgegeven van vader op zoon. Er passeerden zo verschillende Toones, die ook op verschillende plekken optraden.
Maar in 1966 kon de zevende Toone een huis uit 1696 in de Grasmarktstraat strikken: het huidige poppentheater, waar vandaag de achtste Toone, Nicolas Géal, de traditie voortzet door theaterstukken als Dracula en De Drie Musketiers op te voeren. Vandaag is het het enige Brusselse traditionele marionettentheater. Aan het einde van de negentiende eeuw waren er nog 45 theaters in de regio rond Brussel.
Maar ze verdwenen geleidelijk aan door de opkomst van de film en televisie. VOLGENDE KEER Ligt Sneeuwwitje in Brussel begraven?.
Bovenkant
BIG CITY. Wat is het verhaal achter Poppentheater Toone?
Poppentheater Toone bestaat al even lang als België zelf en is vandaag nog het enige Brusselse traditionele marionettentheater.