Biden verbiedt olieboringen, en Trump kan dat niet zomaar terugdraaien

Als een van zijn laatste beleidsdaden heeft de aftredende Amerikaanse president Joe Biden een verbod op nieuwe boringen naar olie en gas in grote delen van de Amerikaanse wateren goedgekeurd. Dat terugdraaien wordt voor zijn opvolger Donald Trump geen simpele opgave.

featured-image

Als een van zijn laatste beleidsdaden heeft de aftredende Amerikaanse president Joe Biden een verbod op nieuwe boringen naar olie en gas in grote delen van de Amerikaanse wateren goedgekeurd. Dat terugdraaien wordt voor zijn opvolger Donald Trump geen simpele opgave. Joe Biden zette zijn handtekening onder een besluit om grote delen van de Amerikaanse wateren in de Atlantische Oceaan, de Stille Oceaan, de Beringzee en de Golf van Mexico te vrijwaren van nieuwe boringen.

In totaal gaat het om een gebied van 2,5 miljoen vierkante kilometer. Volgens de aftredende president is boren er “onnodig” om de VS van energie te voorzien. “Het is duidelijk dat het beperkte potentieel in de regio’s de risico’s voor de natuur, gezondheid en economie niet rechtvaardigt”, aldus Biden.



Hij verwijst daarbij ook expliciet naar de ramp met het boorplatform Deepwater Horizon, die in 2010 een catastrofe aanrichtte in de Golf van Mexico. De regeling heeft geen gevolgen voor bestaande boorplatformen. Ook offshore windparken vallen niet onder het nieuwe besluit.

Bovendien wordt er in veel van de nu omschreven gebieden weinig tot geen olie en gas gewonnen. Het gaat dus vooral ook om een symbolisch belangrijk besluit. Voor het besluit doet Biden een beroep op een wet uit 1953, die de president de bevoegdheid geeft om bepaalde gebieden te vrijwaren.

Die oude wet voorziet echter niet in het omgekeerde: een president kan niet zomaar beslissen sommige gebieden wél toe te wijzen voor de exploitatie van gas- en olievelden. Dat betekent dat zijn opvolger, Donald Trump, het besluit van Biden niet zomaar zal kunnen intrekken. Als Trump beslist de maatregel te herzien, dan zullen lokale rechters zich over de zaak moeten buigen.

En Trump weet dat dit geen garantie op succes is. Tijdens zijn eerste ambtstermijn wou hij al een gelijkaardige maatregel van zijn toenmalige voorganger Barack Obama intrekken. Maar de rechter in Alaska stak daar toen een stokje voor.

Het Congres zou moeten instemmen met de herziening, was het oordeel. Dat is niet meer gelukt tijdens de eerste regeerperiode van Trump. Een alternatief voor Trump zou kunnen zijn om de wet uit 1953 aan te passen, zodat de president wel een beslissing van zijn voorganger kan herzien.

Maar daarvoor is de goedkeuring van 60 senatoren nodig, en zo ruim is de Republikeinse meerderheid niet. Sowieso zullen niet alle Republikeinen staan springen om het verbod ongedaan te maken. Dat moet Trump zelf ook beseffen.

In 2020 probeerde hij net kiezers in Florida te overtuigen door voor de kust van die staat alvast een moratorium van 10 jaar op nieuwe boringen af te kondigen. Vanuit het team van Trump wordt erg afwijzend gereageerd op de beslissing van Biden. Woordvoerster Karoline Leavitt spreekt van “politieke wraak op de Amerikanen die Trump een mandaat gaven om meer olie op te boren en de benzineprijs te drukken”.

Ze herhaalde nog één van de verkiezingsslogans van Trump: “Drill, baby, drill”. Ook vanuit de oliesector klinken negatieve reacties. De sector lobbyt al lang voor meer mogelijkheden om offshore naar olie te boren.

De belangengroep National Ocean Industries Association waarschuwt dat er dan wel geen onmiddellijke plannen zijn voor veel van de gebieden, “maar het is cruciaal voor de federale overheid om de flexibiliteit te behouden om het energiebeleid te kunnen aanpassen”..