Biden blokkeert overname US Steel door Japanse staalfabrikant

Met zijn blokkade van de overname van US Steel door Nippon Steel, haalt Joe Biden zich de woede van bondgenoot Japan op de hals. Het is een opmerkelijke stap amper drie weken voordat hij het presidentschap overdraagt aan Trump.

featured-image

President Joe Biden houdt de overname van staalbedrijf US Steel door het Japanse Nippon Steel tegen om redenen van „staatsveiligheid”. Dat heeft het Witte Huis vrijdag bekendgemaakt. Het is een opmerkelijke stap amper drie weken voordat Biden het presidentschap overdraagt aan Donald Trump.

Biden geeft de beide bedrijven het bevel om binnen de dertig dagen de „voorgenomen transactie geheel en permanent te ontbinden”. In het bevel stelt Biden dat er „geloofwaardig bewijs” is dat door de overname Nippon Steel „handelingen zou kunnen verrichten die de nationale veiligheid van de Verenigde Staten bedreigen”. Onverwacht komt het besluit niet.



Al sinds de aankondiging van de overname voor 15 miljard in december 2023 was er veel verzet van vakbonden en politici tegen de overname. De vakbonden vreesden voor de banen van de staalarbeiders, dat het hoofdkantoor naar Tokio verplaatst zou worden en dat fabrieken zouden sluiten of worden verplaatst naar staten in de VS waar de vakbonden minder steun hebben. Politici aasden tijdens de verkiezingscampagne vorig jaar op de stemmen van de staalarbeiders in staten die als cruciaal werden beschouwd voor de verkiezingen van afgelopen november.

Biden uitte zijn reserves al in april vorig jaar, toen hij nog zelf presidentskandidaat was. Daarvoor had de Republikeinse kandidaat Donald Trump zich al tegen de overname uitgesproken. Even leek het er in september al op dat Biden zijn veto over de overname zou uitspreken om Kamala Harris, die zijn kandidatuur had overgenomen te helpen.

Toen bleef de blokkade nog uit. Ook veel senatoren uit staten met fabrieken van US Steel, zoals Pennsylvania en het naastgelegen Ohio, waren kritisch over de overname. In december bracht een speciaal comité met vertegenwoordigers van verschillende ministeries een advies uit.

Dit Committee of Foreign Investment in the US (CFIUS) uitte zorgen dat doorgaan van de overname een strategische bedreiging van de VS zou kunnen zijn, omdat deze kon leiden tot een lagere staalproductie. Dat zou kunnen leiden tot tekorten en vertragingen in de levering van staal aan cruciale sectoren als transport en energie, stelde het comité. Ook vreesde het dat Nippon Steel vanwege zijn fabrieken elders in de wereld een beleid van importtarieven tegen dumping en oneerlijke subsidiëring niet zou steunen.

Bij Nippon Steel zouden fabrieken elders in de wereld, zoals Mexico en Brazilië, de voorkeur kunnen krijgen in de toekomst, ondanks de beloftes van het Japanse bedrijf om in de VS te investeren. Nippon Steel had vorig jaar om de kritiek te smoren beloofd 2,7 miljard dollar te investeren in de Amerikaanse fabrieken, alle banen van vakbondsleden te behouden en het hoofdkantoor in Pittsburgh open te houden. Het CFIUS, onder voorzitterschap van minister Janet Yellen van Financiën, waagde zich ondanks de getoonde reserves bij het overnamebod door onderlinge verdeeldheid niet aan een aanbeveling en liet de beslissing over aan de president.

Aanstaand president Trump had het advies van CFIUS niet afgewacht. Via zijn sociale medium Truth Social had hij op 3 december al geschreven dat hij „als president” deze deal „zal tegenhouden. Koper pas op!” Biden is nu dus zijn opvolger te snel af.

Hij riskeert daarmee dat de spanningen tussen de bondgenoten VS en Japan zullen oplopen. In het afgelopen maanden riepen zowel de Japanse premier Shigera Ishiba als zijn minister van Economische Zaken op de overname te laten doorgaan. De Japanse regering is niet gelukkig dat het Witte Huis het land weer neerzet als een bedreiging voor de Amerikaanse nationale veiligheid.

De VS hebben de laatste jaren juist toenadering gezocht tot Japan, om samen te werken in de regio om de Chinese dreiging tegen te gaan. Binnenlandse overwegingen botsen hier dus met buitenlands beleid. Nippon Steel (honderdduizend werknemers, omzet meer dan 50 miljard dollar in 2023) maakte in december vorig jaar het bod van bijna 15 miljard op US Steel bekend.

Dat was 55 dollar per aandeel, terwijl het aandeel daarvoor rond de 35 dollar schommelde. Eerder had ook het Amerikaanse staalbedrijf Cleveland-Cliffs een bod uitgebracht, maar dat was met 7,3 miljard dollar beduidend lager. Het Japanse bedrijf wil graag internationaal uitbreiden vanwege een stokkende staalvraag in eigen land.

In de VS groeit de behoefte aan staal juist door de investeringen in infrastructuur en nieuwe fabrieken, die door het stimuleringsbeleid van Biden een flinke impuls hadden gekregen. De directie van US Steel was akkoord, en ook aandeelhouders stemden ermee in. De twee fabrikanten zouden samen een van de grootste staalbedrijven ter wereld gaan vormen, met een capaciteit van 86 miljoen ton per jaar.

Ter vergelijking: Tata Steel in IJmuiden produceert jaarlijks ongeveer 7 miljoen ton staal. US Steel, dat circa 22.000 werknemers heeft en in 2023 een omzet had van 18 miljard dollar, kampt met relatief hoge kosten en was al langer op zoek naar een koper.

Nadat de politieke storm opstak, huurde Nippon Steel onder anderen Mike Pompeo in, minister van Buitenlandse Zaken onder voormalig president Trump. Hij probeerde als lobbyist in Washington duidelijk te maken dat Nippon Steel juist zou investeren in fabrieken van US Steel. US Steel-topman David Burritt deed in de zomer een wanhoopspoging om de deal toch te laten slagen door in een interview in The Wall Street Journal te stellen dat fabriekssluitingen onoverkomelijk zouden zijn als de deal niet doorgaat.

„Ik kan dan niet investeren”, zei hij , na zich lang niet over de kwestie te hebben uitgelaten. „Ik heb het geld niet.” De vakbond reageerde in de krant woest op Burrits „roekeloze” opmerkingen, die desondanks later door andere bestuurders van US Steel werden herhaald.

In een opmerkelijke felle brief aan CFIUS beschuldigde Nippon Steel het Witte Huis vorige maand van een „ontoelaatbare beïnvloeding” van het overnameproces. Volgens het bedrijf staat het advies van CFIUS „bol van de feitelijke onjuistheden en weglatingen, misleidende en onvolledige beweringen en van vermoedens en vooronderstellingen die geen feitelijke basis hebben en volstrekt onlogisch zijn”. In een laatste poging de Amerikaanse overheid van zijn goede wil te overtuigen, zou volgens sommige media Nippon Steel vorige week het Witte Huis nog een veto toegezegd hebben over elk voorstel van Nippon Steel om de productiecapaciteit in de VS te reduceren.

Maar dat was dus tevergeefs. In kringen rond bedrijven en buitenlandse investeerders heerst inmiddels de vrees dat politieke inmenging andere bedrijven kan weerhouden om nog in de VS te investeren. Bij elke overnamepoging zullen bedrijven voortaan extra nadenken over de politieke risico’s, zei Ivan Schlager, advocaat gespecialiseerd in buitenlandse overnames in de VS, tegen de Financial Times .

Japan was in 2023 na Nederland de grootste buitenlandse investeerder in de VS. Ook verschillende belangenorganisaties van buitenlandse bedrijven hebben gewaarschuwd dat de terughoudendheid om in de VS te investeren zal toenemen. US Steel gold lange tijd als een van de iconen van de Amerikaanse industrie.

De naam is bijna synoniem aan de – letterlijke – opbouw van het land: de onderneming, opgericht in 1901 door onder meer J.P. Morgan en Andrew Carnegie, leverde onder meer staal voor het VN-hoofdkantoor in New York, de Amerikaanse defensie-industrie tijdens de Tweede Wereldoorlog en het Empire State Building.

In dat gebouw zetelde het hoofdkantoor van het bedrijf ook lange tijd. Op zijn hoogtepunt telde US Steel 340.000 werknemers.

De laatste decennia heeft het bedrijf het moeilijker. Toch bleef US Steel uitbreiden: zo kocht het in 2000 een enorme staalfabriek in Slowakije, een van de weinige locaties buiten de VS waar het nu gevestigd is. De fabriek in Košice behoort met ruim achtduizend werknemers tot de grootste industriële complexen van het Midden-Europese land.

Hoe het na het afketsen van de deal verder moet met US Steel is onduidelijk. De kans is groot dat de directie van US Steel zelf besluit om werknemers te ontslaan en vooral te investeren in nieuwe fabrieken die in het zuiden van de VS worden gebouwd. Het kan ook zijn dat US Steel op zoek gaat naar een andere koper, omdat het zelf niet de middelen heeft om in de verouderde fabrieken te investeren.

Nippon Steel hangt nog een boete van 565 miljoen dollar boven het hoofd, die US Steel volgens de voorwaarden van de overname kan opeisen als het Japans bedrijf de overeenkomst niet nakomt. Dat zou nog een bittere pil erbij zijn. Het Japanse bedrijf heeft eerder gezegd dat het een blokkade van de deal bij de rechter zal aanvechten.

.