Dat Drs. P van ansichtkaarten hield was al bekend: bij zijn eerste tv-optreden in 1964 toonde de zingende doctorandus (Heinz Polzer, 1919-2015) aan presentator Willem Duys voorbeelden uit zijn prentbriefkaartencollectie (en zong daarna zijn lied met het refrein „Er ligt al weer een juffrouw in het trapportaal”). Dat hij van katten hield was ook bekend – in een van zijn beroemdste liederen ‘De Zusters Karamazov’ zingt hij dat tante Mathilde gif mengt voor tante Constance „terwijl de kater sliep en de pendule liep en de kanarie sprak ‘tjiep tjiep tjiep tjiep’.
” Maar dat Drs. P zijn liefde voor ansichtkaarten en katten ook combineerde is nog niet zo lang bekend. Schrijver Michèl de Jong onthulde in 2019 in de tv-documentaire De terugkeer van Drs.
P dat hij bij zijn onderzoek voor de biografie die hij over Drs. P wilde schrijven in diens privéverzameling een enorme voorraad poezenansichtkaarten had gevonden. Daar achterop stonden steeds vijfregelige versjes ( kwintijnen ) van de doctorandus over de afgebeelde poes.
Die kaarten had hij vrijwel wekelijks gestuurd aan zijn vrouw, Mieke Polzer-Burgers tussen 1986 en 2009 – bijna een kwart eeuw. Uit die ruim duizend berijmde privé-poezenkaarten heeft De Jong nu een bundel samengesteld, die dit najaar uitkwam en onlangs herdrukt is, getiteld De hartelijke poezen van Drs. P .
De aandoenlijke en soms grappige versjes met kaarten vormen een bijzonder monument voor het echtpaar, „want als er iets was dat Heinz en Mieke Polzer bond, dan was het wel hun gezamenlijke poezenliefde”, schrijft De Jong in zijn inleiding. Het echtpaar had ook katten. Mieke Polzer-Burgers bewaarde de poezenkaarten liefdevol in mapjes.
Maar ze waren nooit voor publicatie bestemd, anders dan het ontroerende gedicht dat hij schreef over hun geliefde, overleden kat: „Louis is dood, de fiere Cyprioot/ En waar hij niet meer is, daar blijft een gat [...
]”, opgenomen in de inleiding. Dat De Jong de poezenverzen en poezenkaarten nu toch gepubliceerd heeft, komt mede omdat ze een nader licht werpen op het door Drs. P altijd zorgvuldig afgeschermde privéleven.
Al zijn ze minder wild en absurd dan zijn liederen, de kattenversjes passen in zijn oeuvre. Ze bevatten geen privéontboezemingen, evenmin als zijn liederen. Maar dat Polzer die berijmde poezenkaarten 23 jaar wekelijks aan zijn tien jaar jongere vrouw stuurde, aanvankelijk uit plaatsen waar hij optrad, zegt iets over de verhouding van de echtelieden, vindt de samensteller.
De Jong vermoedt dat de traditie is ontstaan toen zijn echtgenote na een conflict haar baan als directiesecretaresse bij het Nederlands Theater Instituut kwijtraakte rond 1986. Ze zat voortaan thuis, en vond dat haar man, inmiddels in de zeventig, ook maar beter thuis kon blijven in plaats nachten weg te blijven voor optredens. Maar dat wilde Drs.
P niet, hij had er nog veel te veel lol in. Hij ging door met optreden tot 1996. En om zijn vrouw daarmee te verzoenen, stuurde hij haar steevast vanuit de plaats waar hij optrad een poezenansicht.
Zo’n zeventig berijmde kaarten van poezen, gefotografeerde, getekende en geschilderde zijn door De Jong opgenomen in De hartelijke poezen van Drs. P , dat als voorbode gezien kan worden van zijn Drs. P-biografie, die „tegen het uiterste einde van volgend jaar zou kunnen verschijnen”, aldus De Jong desgevraagd.
.
Vermaak
Berijmde poezenkaarten bieden glimp van het privéleven van Drs. P
Drs. P zond wekelijks vanuit plaatsen waar hij optrad een poezenansicht met gedicht aan zijn vrouw, ontdekte zijn biograaf Michèl de Jong, die een selectie bundelde in ‘De hartelijke poezen van Drs. P’.