In het politieke gevoelige dossier over de vermogensbelasting in box 3 krijgen Nederlanders met spaargeld en beleggingen inmiddels de mogelijkheid om te . Dit is in plaats van het fictieve rendement waar de fiscus standaard mee rekent. Maar er zitten wel haken en ogen aan die keuze.
De berekening op basis van het “werkelijke rendement” vindt plaats op basis van richtlijnen die de Hoge Raad heeft opgesteld. Dat pakt niet per se gunstiger uit. wat de gevolgen kunnen zijn van het feit dat de Hoge Raad niet toestaat dat kosten worden afgetrokken van het daadwerkelijke rendement.
Vooral voor particuliere beleggers die vastgoed verhuren kan dit problematisch zijn. In de onderstaande infographic geeft de fiscus een voorbeeld van een zekere Karolina met 200.000 euro spaargeld én een verhuurde woning met een waarde van 350.
000 euro. Op basis van het fictieve rendement voor de verhuurde woning en het fictieve rendement op sparen, heeft Karina in 2023 volgens de fiscus 21.007 euro aan inkomsten in box 3.
Daarover wordt 32 procent belasting geheven. De berekening op basis van het werkelijke rendement gaat uit van 12.000 euro aan huurinkomsten en 10.
000 euro aan waardestijging van de woning. Dat levert 22.000 euro op.
Daar komt nog 2.000 euro aan spaarrente bij. Hierdoor bedraagt het totale werkelijke rendement 24.
000 euro. Dat is meer dan het berekende fictieve rendement, waardoor het niet gunstig is om daarvan af te wijken. De 4.
000 euro aan onderhoudskosten van Karolina tellen niet mee als aftrek voor het behaalde werkelijke rendement. Dat pakt in dit geval dus nadelig uit. Belastingadviseurs klagen bij staatssecretaris over berekening werkelijk rendement in box 3 Inmiddels zijn belastingadviseurs in het verweer gekomen tegen de berekeningsmethode voor het werkelijke rendement op vastgoed die de Hoge Raad heeft vastgesteld.
Het buiten beschouwing laten van kosten zorgt voor veel onvrede bij particuliere beleggers die vastgoed verhuren, meldt het Brancheorganisatie Register Belastingadviseurs wil dat particulieren in de zogenoemde tegenbewijsregeling alsnog de mogelijkheid krijgen om kosten van de verhuur van vastgoed te verrekenen. Donderdag debatteert de Tweede Kamer met staatssecretaris Van Oostenbruggen over de ontwikkelingen rond de belastingheffing in box 3. LEES OOK:.
Bovenkant
Belastingadviseurs klagen over berekening van ‘werkelijk rendement’ in box 3 voor vastgoedbeleggers
Belastingadviseurs willen dat een kostenverrekening voor beleggen in vastgoed alsnog mogelijk wordt bij de vermogensbelasting in box 3.