Auteur Lorrie Moore: “Ik lees om mensen te ontmoeten die ik in het echte leven nooit zou willen tegenkomen”

De Amerikaanse auteur Lorrie Moore over sympathie voor Ted Hughes, onorthodoxe bewerkingen van Shakespeare, en de troost die kookboeken kunnen bieden.

featured-image

De Amerikaanse auteur Lorrie Moore over sympathie voor Ted Hughes, onorthodoxe bewerkingen van Shakespeare, en de troost die kookboeken kunnen bieden. Waarschijnlijk De tovenaar van Oz van L. Frank Baum, dat mij werd voorgelezen toen ik ongeveer drie was.

Het boek is heel anders dan de film en dus was dit mijn eerste kennismaking met adaptaties en verbeteringen in verfilmingen, maar ook met verborgen schatten in originele teksten. De muizenkoningin in het boek betoverde me helemaal, maar komt in de film niet voor. Nine days to Christmas van Marie Hall Ets en Aurora Labastida, een verhaal over een stervormige piñata die een echte ster aan de hemel wordt.



Ik veronderstel dat het gaat over de dood en het eeuwige leven, magie en verdriet. Het voelde krachtig en heerlijk verdrietig voor mij, hoewel het einde een soort wederopstanding inhoudt, die ik door mijn tranen heen niet geloofde. Daddy was a number runner van Louise Meriwether.

Ik las het toen ik dertien was, toen het net uitkwam. Het was geweldig en intiem, en het nam me mee naar een wereld waar ik niets van wist, maar waar ik me tegen het einde heel veilig in voelde. Hmmm.

Ik ben niet zeker. Janet Malcolms boek The silent woman , over de nalatenschap van Ted Hughes en Sylvia Plath , doet je sympathie krijgen voor Hughes. Die had ik voordien niet.

Malcolm gooit Plath niet voor de bus, maar ze bekijkt Hughes bijna op een zusterlijke manier. De verhalen van Alice Munro onthullen altijd iets extra’s dat je vergeten was of misschien bij de eerste lectuur hebt gemist. Alles wat je later opnieuw leest, is anders omdat jij dan ook anders bent.

Er zijn soms boeken waarvoor je een paar pogingen moet doen om hun magie te laten werken. Jaren geleden was De Engelse patiënt van Michael Ondaatje zo’n boek voor mij, net als Oom Wanja van Tsjechov. Ik vind Tsjechovs toneelstukken vaak vreemd en ongrijpbaar, en dan plots worden ze helder.

Meer recent werd ik geraakt door The night watch van Jayne Anne Phillips, een boek dat begin dit jaar de Pulitzer Prize voor fictie kreeg. Ik heb onlangs Geest komt op gelezen, een indrukwekkende roman van Isabella Hammad die een opvoering van Hamlet gebruikt om te kijken wat het betekent om Palestijn te zijn. Een film die ik onlangs zag, Ghostlight , gebruikt een amateurproductie van Romeo en Julia als psychodrama om zelfdoding onder tieners beter te begrijpen.

Shakespeare op onorthodoxe manieren inzetten, vind ik altijd interessant. Helemaal los daarvan staat Miranda July’s misschien wel misogyne sekskomedie All fours . De enige aantrekkelijke of bewonderenswaardige personages in haar verhaal zijn de mannen! Toch speelt het krankzinnige drama zich grotendeels af onder de onvolmaakte maar interessante vrouwen.

Ik kon het boek niet wegleggen. Het heeft een vleugje Der Rosenkavalier (opera van Richard Strauss uit 1911, red.) , vooral aan het einde.

Kookboeken. Ik kook nauwelijks, maar ik hou ervan om recepten te lezen en me alles voor te stellen. Een keuken vol heerlijke geuren.

Ik zou nooit literatuur lezen als troost, wel om de vervoering, en om een paar mensen te ontmoeten die ik in het echte leven nooit zou willen tegenkomen..