
Bij sommige preview sessies weet je al snel alles wat je moet weten, maar na anderhalf uur Atomfall gespeeld te hebben zit ik nog met een aantal vraagtekens. Wat ik zag smaakte naar meer, maar de wil om te verkennen zorgde ervoor dat ik niet genoeg zag om compleet overtuigd te zijn. Toch smaakte het verkennen wel naar meer.
Atomfalls gameplay bestaat uit een aantal grote pilaren en de eerste is overleven; voordat jij kunt ontrafelen wat er gebeurd is, moet je eerst in leven zien te blijven. Hier geen zeurende honger metertjes, maar wel een gespannen situatie waarin je constant op zoek bent naar nieuwe resources. Kogels, vlees, scrap en andere spullen loot je met iedere mogelijkheid.
Munitie voor vuurwapens is schaars, waardoor je iedere kogel wilt laten tellen voordat je gedwongen wordt om de vuisten, een mes of een cricket bat erbij te pakken. Ik hield van de spanning die het creëerde toen ik een grot in sloop op zoek naar een aanwijzing hoe ik verder moest. Het grottenstelsel werd goed bemand door gemaskerde personen die ik één voor één probeerde uit te schakelen door een take-down vanuit gehurkte positie.
Jouw personage is geen superheld en best kwetsbaar, waardoor lang niet iedere aanvaring goed afliep, alles opbouwend aan die spanning. Of toen ik van afstand probeerde met pijl en boog een aantal gewapende mannen wilde aanpakken. Iets wat overigens ontzettend goed aanvoelde! Van het spannen van de boog, het uitrekenen waar het schot zou landen en de audiovisuele impact die ieder schot had.
Het ademde ook sfeer omdat de met fakkels verlichte gangen voorzien waren van slaapplekken en zelfs enkele boobytraps. De zoektocht culmineerde in een ritueel ogend standbeeld en waar offers gemaakt worden; kortom een wereld en verhaal waar ik zoveel meer van wil weten. Het tweede grote element is crafting en hoewel ik heel veel materialen vond, was mijn enige recept in de preview bedoeld om er bandages te maken.
Handig om bloedingen mee te stoppen, maar veel liep ik hier niet van op. Nee, dan had ik meer gehad aan first aid kits, al leek iedere persoon wel een brood met zich mee te dragen om mee te genezen. Rebellion gaf me een goed gevulde inventory mee om de bossen van Casterfell te overleven, zo’n twee à drie uur in de game.
Door de ruime collectie aan handgemaakte explosieven, een shotgun, meerdere pistolen en een jachtgeweer zat mijn inventory tijdens deze sessie haast permanent vol. Dit gaf me wel een idee van de zaken die zometeen te craften zullen zijn en voor alles wat je niet kunt maken of vinden, kun je handelen. Geld heeft geen waarde meer zodra beschaving ophoudt met bestaan en dus zal je in Atomfall goederen moeten ruilen.
Zo ruilde ik kogels en een healing kit voor sporen die ik gevonden had. Ook kreeg ik direct inzicht in de skilltree waar ik een tweetal punten direct aan kon uitgeven. Ik besloot voor wat meer hitpoints te gaan en effectiever te kunnen sluipen, maar het lijkt erop dat je uiteindelijk een hele hoop naar je hand kunt zetten.
Terug naar die sporen, kwam ik namelijk niet alleen menselijke vijanden tegen, maar ook monsterlijke mutanten die blauwe smurrie op me af vuurde. Eenmaal geraakt zag ik meteen geïnfecteerd te zijn en hoorde ik stemmen in mijn hoofd, al kon ik niet goed herleiden wat voor resultaat dit had. Wel leerde het me dat deze wezens makkelijker neergaan met een pijl dan kogels uit mijn pistool.
Ik trof ze, in elkaar gezakt voor een verlate auto in een donkere tunnel dus die spanning zat meteen goed. Maar ook voelde ik die spanning toen ik in hoog gras door een dorp sloop om zo een groep druïden met maskers en sikkels te vermijden. Aan de rand van het water vond ik een legerbasis, die ook niet vriendelijk naar mij bleek te zijn.
Te dicht in de buurt gekomen van het hek begon er een luid alarm af te gaan, waarna soldaten uit de buurt toe stroomde. Deze zijn gevaarlijk, maar niet onoverkomelijk en een pijl in het oog gaf me daarna wat broodnodige kogels voor mijn eigen vuurwapens. Niet dat alles in de dood hoeft te eindigen: de makers verzekerden mij dat een vuurwapen richten op iemand die dat niet heeft ook genoeg kan afschrikken.
Wel viel het op dat de AI van deze vijanden niet Al te scherp was. Zo kon ik nog ongezien wegkomen nadat ik een groep soldaten tegenkwam en recht voor neus omdraaide om me te verstoppen. Ook bleken ze makkelijk te makkelijk te baiten omdat ze in een rechte lijn op je afblijven rennen, ook als je hun vrienden één voor één omlegt.
Verkenning is de derde pilaar en hier genoot ik het meeste van. Vooral toen ik stuitte op een luik in de grond en daar een NPC trof die mij vertelde over een gebied dat zij onderzocht wilde hebben. Deze Interchange zou aansluiten op andere gebieden en ze voorzag me van een gehackte keycard om in te zetten.
Mooi vind ik dat de game geen kaart vol iconen geeft, maar op basis van je gesprekken kleine aantekeningen maakt. Hierdoor had ik vaak een richting om te onderzoeken, maar voelde ik niet alsof mijn hand vastgehouden werd en ik alleen dom een pijltje aan het volgen was. Aangekomen in de bunker die zij beschreef vond ik een gigantische rode kluisdeur.
Bovenaan de trap vond ik een terminal om deze te bedienen en waar de mechanische stem me begon te informeren dat er geen toegang mogelijk was, veranderde haar zin halverwege in "Access Granted” en begon de deur te openen. Hier trof ik zwermen ratten die een nieuw gevaar met zich mee brachten en al snel dodelijk konden worden..