Ronald Meeus zet de blik op oneindig. Vandaag: Apollo 13: Survival . Stel dat u zo iemand bent die, horizontaal gepositioneerd in uw tuinlounge op een nazomeravond en met een paar teugen gin-tonic in uw ransel, weleens naar de maan tuurt: zou u dat dichtstbijzijnde hemellichaam anders zien wanneer u zou weten dat er daar al meer dan vijftig jaar dode astronauten liggen, en ruimtevaartorganisaties ook geen missies meer hebben aangedurfd om terug te keren? Het had zomaar kunnen gebeuren: weet u bijvoorbeeld wat de overlevingskans was van pakweg de astronauten die in 1970 de derde landingsmissie op de maan aanvatten voor het Amerikaanse NASA? In de nieuwe Netflix-docu Apollo 13: Survival haalt Marilyn Lovell, echtgenote van gezagvoerder Jim Lovell, de gangbare kansberekening aan die de NASA-top haar toevertrouwde in een gesproken archiefinterview: fiftyfifty.
Eén kans op de twee. En toen op minder dan een halfuur na lancering de zuurstoftanks van het ruimtetuig in de hens gingen, slonk die naar een schampere 10 procent. Voor wie nog niet op aarde was op het moment zelf, is die Apollo 13-missie vooral bekend van de bioscoopfilm die Ron Howard er in 1995 van maakte, met Bill Paxton, Kevin Bacon en Tom Hanks in de rol van de drie Amerikaanse astronauten die ternauwernood, door het landingstuig als een soort reddingsboot te gebruiken, weer levend naar het aardoppervlak terugkeerden.
Het was een nagelbijter van een film. Maar Apollo 13: Survival is – zelfs wanneer u weet dat het een documentaire is – spannender. Regisseur Peter Middleton (ook al van de bejubelde docu Notes on Blindness uit 2016) maakt er bij momenten zelfs een meditatieve space movie van, met duidelijke echo’s naar dromerige sequenties uit 2001: A Space Odyssey .
Het is een spannende, snedig gemonteerde ruimtefilm, met als enige verschil dat hij is opgebouwd uit NASA-archiefbeelden, nieuwsbulletins en thuisvideo’s van de betrokkenen. Geen enkele van de geïnterviewden komt in beeld, wellicht omdat zulke talking heads een remmende factor zouden zijn voor de vliegende vaart die Apollo 13: Survival over zijn volle uur en 38 minuten aanhoudt. Het is alsof u zelf meereist in die benepen capsule, wat een hele klus is om voor elkaar te krijgen met iets inherent afstandelijks als archiefmateriaal.
Tegelijkertijd is Apollo 13: Survival een uitstekende documentaire, die bij momenten op een bijna schoolse manier uitlegt wat de moeilijkheden en de inzet waren, en diep graaft in waarom dat bijna fatale defect zich voordeed. Het soort documentaire waar u na afloop ook weer een paar nieuwe morzels kennis aan overhoudt. Of zelfs wat inzichten van het contemplatieve soort, zoals in die soundbite waarin Lovell mijmert over de aanblik van Moedertje Aarde vanaf zijn grote hoogte: “Je ziet geen steden.
Je ziet geen grenzen. Je ziet de aarde zoals ze werkelijk is. Een grootse oase in de uitgestrektheid van de ruimte.
” Neem het mee wanneer u een volgende keer naar de maan ligt te staren. Daar, de Copernicuskrater. En daar, de Mare Tranquillitatis, waar Neil Armstrong in 1969 voor het eerst een voet op de maan zette.
En daar ook, het Fra Mauro-gebergte, waar astronauten Jim Lovell, Fred Haise en Jack Swigert normaal gezien hun vlag hadden geplant als het noodlot er niet eventjes anders over had beslist. Te zien op Netflix. Geselecteerd door de redactie.
Vermaak