Het aantal studenten dat een stagevergoeding ontvangt, is de afgelopen jaren flink toegenomen. In het studiejaar 2022/2023 kreeg 65 procent van de studenten die een stage deden een vergoeding, tegenover 56 procent in 2015. Dat blijkt uit een nieuwe studie van het Centraal Planbureau ( ).

De verschillen tussen onderwijsniveaus blijven echter groot: 22 procent van de mbo-entree-studenten ontving een stagevergoeding, bij mbo-4 was dit 66 procent en bij hbo-bacheloropleidingen 76 procent. De hoogte van de stagevergoedingen loopt sterk uiteen. Mbo-entree-studenten kregen gemiddeld 110 euro per maand, mbo-4-studenten ongeveer 200 euro en hbo-bachelorstudenten 300 euro.

Universitaire masterstudenten ontvingen gemiddeld 359 euro. Binnen specifieke richtingen bestaan er ook grote verschillen. In de bouwsector krijgen mbo-3-studenten gemiddeld 337 euro, terwijl hun mede-studenten in de zorg 178 euro ontvangen.

In de grafiek hieronder is te zien dat de zogenoemde 'reële' stagevergoedingen in de loop der jaren nauwelijks zijn gestegen, of iets zijn gedaald. Hierbij is een correctie gemaakt voor de inflatie, zodat rekening wordt gehouden met de koopkracht van stagevergoedingen. Niet alleen bedragen verschillen, ook het aandeel studenten dat een vergoeding ontvangt, loopt sterk uiteen.

Zo kreeg in het hbo 89 procent van de studenten in techniek, industrie en bouwkunde een stagevergoeding, tegenover slechts 34 procent in taalwetenschappen, geschiedenis en kunst. Bij mbo-4 ontving 94 proce.