Weer geen kans op een medaille: Denemarken zit de handbalvrouwen dwars De Nederlandse handbalvrouwen stranden op het EK tegen Denemarken, wederom. Dat betekent geen halve finale. Nederland is er niet in geslaagd de halve finale van het Europees kampioenschap handbal te bereiken.

In de cruciale wedstrijd, woensdagavond, bleken de Deense vrouwen te sterk. Het werd in Wenen 30-26. In de eerste helft konden de handbalvrouwen aardig bijblijven en verzuimden ze zelfs een voorsprong te nemen.

Na de rust werd Oranje overlopen door de Denen, die keer op keer een weg wisten te vinden door de matige defensie. Dankzij keepster Rinka Duijndam en veldspeelster Dione Housheer, die liefst tien keer scoorde, bleef de nederlaag enigszins beperkt. De aanloop naar dit EK verliep stroef voor Nederland.

De nieuwe bondscoach Henrik Signell, sinds enkele maanden aan het roer, besloot tijdens de voorbereiding op het toernooi twee bepalende speelsters thuis te laten. Estavana Polman (190 interlands) en Laura van der Heijden (289 interlands) werden niet goed genoeg bevonden. Laatstgenoemde kon later alsnog aansluiten bij het team, ter vervanging van de geblesseerde Alieke van Maurik.

Het zorgde voor openlijke kritiek, van binnenuit. Angela Malestein sprak zich hardop uit tegen de ingreep van de coach en richtte zich ook tot de handbalbond: “Als wij dit als team accepteren, wie is dan de volgende die er zo uit wordt gekickt?” De bondscoach zelf begreep de weerstand, vertelde hij. Maar Signell zei oo.