Wat doe je op een leesvrijedag?

15 hours Ago


Wat doe je op een leesvrijedag? Een lezer verbaast zich over het woord ‘leesvrijedag’ in een artikel in Trouw van 11 oktober. In het artikel wordt het idee geopperd om leerlingen een dag ‘leesvrij’ te geven, een dag bedoeld om te lezen. In de tekst staat echter alleen ‘leesvrije dag’ en niet ‘leesvrijedag’.

Welk van de twee is het beste? De verwarring bij de lezer zal ontstaan zijn uit het gebruik van het woord ‘leesvrij’ in het artikel. Dat is niet bedoeld als ‘vrij van lezen’, maar als ‘vrij in verband met lezen’ (net als ijsvrij ‘vrij in verband met ijs’ is). Een ‘leesvrije dag’ is dus bedoeld als een dag vrij om te kunnen lezen.

Zou het ook ‘leesvrijedag’ kunnen zijn? Dat woord is nog niet doorgedrongen tot de woordenboeken, maar het is niet moeilijk om te beredeneren hoe dat woord in de bedoelde betekenis kan worden opgebouwd. Het gaat dan om een ‘vrijedag’ (als één woord), waaraan de stamvorm van het werkwoord ‘lezen’ is toegevoegd. Net zoals je een ‘leesweekend’ zou kunnen hebben, of een ‘leeszaterdag’, kun je dan ook een ‘leesvrijedag’ maken.

Wat dan onmiddellijk opvalt, is dat je in de uitspraak een flinke klemtoon op ‘lees’ moet leggen, terwijl je ‘vrijedag’ nagenoeg onbeklemtoond laat. Het gaat om een ‘léésvrijedag’. Toch hebben beide vormen wel iets geks.

Om ‘léésvrijedag’ te kunnen maken moet je eerst ‘vrijedag’ als één woord opvatten (net als ‘vrijetijd’). Dat kom.

Copyright @ 2024 IBRA Digital