2 days Ago
Waarom verslaggevers graag in de tegenwoordige tijd schrijven Vorige week deed Trouw verslag van een hotelbrand in een Turks skiresort: ‘Gasten proberen het gebouw te ontvluchten als ze doorhebben dat het menens is. Niet iedereen kan de nooduitgang vinden vanwege de dikke rook.’ Een lezer schrijft moeite te hebben met de werkwoordstijd in het verslag: de brand is allang geblust, maar Trouw schrijft ‘alsof die nog woedt’.
Stijl – ook schrijfstijl – is een kwestie van smaak en natuurlijk had het verslag ook best in de onvoltooid verleden tijd geschreven kunnen worden (‘Gasten probeerden het gebouw te ontvluchten’), of zelfs in de voltooide tijd (‘Gasten hebben nog geprobeerd het gebouw te ontvluchten’). Toch is de keuze voor de onvoltooid tegenwoordige tijd in dit geval wel degelijk functioneel. Deze werkwoordstijd geeft de lezer het gevoel dat hij een direct (oog)getuigenverslag leest van een gebeurtenis die nog gaande is.
Dat verhoogt de illusie van actualiteit en tevens de dramatiek van de vertelde gebeurtenissen. Wordt de onvoltooid tegenwoordige tijd gebruikt voor de beschrijving van een gebeurtenis die al heeft plaatsgevonden, zoals in het verslag van de hotelbrand, dan is er sprake van de ‘historische tegenwoordige tijd’ of – met een Latijnse term – het praesens historicum. Dit stijlmiddel wordt feitelijk heel vaak toegepast in de media.
Niet alleen in de beschrijving van staatsgrepen, rampen en spannende discussies in het parlement, maar ook .
Copyright @ 2024 IBRA Digital