Recent schreven we dat de RB20 een bolide leek die op zoek was naar haar eigen identiteit. Dat was om te onderstrepen dat de onverslaanbare kenmerken van begin dit seizoen geleidelijk aan minder waren geworden en zelfs bijna waren verdwenen. Het ging vooral om de kenmerkende balans en de precisie bij het insturen en nemen van de bochten.

In wezen kon Max Verstappen durf tonen met de auto, omdat hij ook op een dynamische respons kon rekenen. Het resultaat van de Grand Prix van Nederland, maar vooral het verloop van het hele weekend in Zandvoort, kunnen we met recht beschouwen als een koude douche voor het team uit Milton Keynes. Het is niet de tweede plaats achter Lando Norris die de Red Bull-technici hoofdbrekens bezorgt, eerder de achterstand in de race én het feit dat geen enkele correctie aan de RB20 een oplossing opleverde.

Zoals bekend gebruikte Red Bull een vloer van vóór de Grand Prix van Groot-Brittannië, met de gedachte dat de evolutie de algehele aerodynamische balans had verslechterd. Dat was niet het geval, want de auto had duidelijk onderstuur bij het insturen en overstuur bij het uitkomen van de bochten. Het zijn elementen die voortkomen uit het oorspronkelijke concept van de auto, al kwam dat niet naar voren in de eerste races.

Toen waren de instellingen, configuraties en downforceniveaus niet tot extreem aan toe waren doorgevoerd. Het probleem is dat de technici van Red Bull voor nieuwe afstellingen moesten kiezen door de verbeterde prestaties van de c.