Tegenwoordig hebben zeven van de tien nieuw verkochte auto's een automatische versnellingsbak. Lezer E. van de Ven vraagt zich af waarom je bij een automaat naar achteren moet schakelen om vooruit te kunnen rijden.

Onze auto-expert Niek Schenk geeft antwoord. ‘Waarom moet bij een automaat de bedieningspook voor de D van Drive naar achteren worden gezet en de R van Reverse naar voren? Je schakelt dus eigenlijk tegen de rijrichting in.’ ‘Het klinkt inderdaad niet logisch, maar deze posities zijn bedacht toen de automaten nog mechanisch bediend werden en anders waren ingedeeld.

Je had in vroeger jaren naast de D(rive) nog de posities D3, D2 en D1. Om precies te zijn was de volgorde meestal P(ark), R(everse), N(eutral), D(rive), 3, 2, 1. Vanaf de D kon je dus kiezen voor 3, 2 en 1: de automaat schakelde bij deze cijfers niet verder op dan tot de derde, tweede of eerste trap.

Dit was bedoeld om de bestuurder meer keuze te geven bij het rijden onder verschillende omstandigheden, zoals gladheid of het trekken van een aanhanger. Hadden ze destijds de R- achter de D-positie geplaatst, dan zou de achteruit pas bereikbaar zijn geweest nadat je eerst langs de eerder genoemde standen met die cijfers was gegaan. En dat zou erg onhandig zijn geweest.

Natuurlijk hadden autofabrikanten bij de nieuwere generaties van de automaat de posities anders kunnen indelen. Maar meestal zijn die huiverig om zoiets te veranderen, omdat hun trouwe klanten het nu eenmaal gewend zijn en hun auto’s bi.