Componist Ferruccio Busoni (1866-1924) is vooral nog bekend door zijn Bach-arrangementen. Zijn eigen pianoconcert hoor je zelden: te groots, te ongrijpbaar. Bas van Putten reed ervoor naar Berlijn en proefde muziek die met alle beschikbare middelen naar het hoogste wil reiken.
1 month Ago
Een triomf werd het, de Berlijnse uitvoering van Busoni’s Pianoconcert Op. 39 met pianist Kirill Gerstein en de Berliner Philharmoniker onder Sakari Oramo. Het stuk is dan ook Mahlers Achtste onder de pianoconcerten, een spectaculaire aberratie.
Vijf delen, drie kwartier muziek, een van de moeilijkste klavierpartijen uit de geschiedenis van het genre en in de finale een lofzang op Allah voor mannenkoor – met een glansrol voor de heren van het Rundfunkchor Berlin onder hun Nederlandse chef Gijs Leenaars. Het werd daar tijd voor een reprise. Na de wereldpremière in 1904 met de componist als solist speelden de Philharmoniker het stuk in 1921 voor het laatst.
Dit jaar is Ferruccio Busoni (1866-1924) honderd jaar dood. Pianoliefhebbers herinneren zich hem als een van de grootste pianisten van zijn tijd, klavierleeuwen koesteren zijn plechtige arrangementen van Bachs orgelwerken of de Chaconne voor viool. Voor ambitieuze herdenkingsplechtigheden is hij minder geschikt.
Zijn oeuvre is een ratjetoe zonder de klare ruggengraat van negen symfonieën of 32 pianosonates. Maar dat pianoconcert is een Ding. Het werd de afgelopen decennia omarmd door avontuurlijke virtuozen van John Ogdon tot Marc-André Hamelin.
Oramo en Gerstein namen het op met het Boston Symphony Orchestra . Toch werd het geen repertoirestuk en dat heeft vermoedelijk andere oorzaken dan de moeilijkheidsgraad of de logistieke drempels die de zegetocht van Mahlers veel massalere Achtste symfonie niet verhinderden..
Copyright @ 2024 IBRA Digital