Max Verstappen sloeg al direct een groot gat in het begin van het seizoen. In Bahrein en Saoedi-Arabië zat McLaren er nog niet goed bij en zodoende kon Verstappen respectievelijk 18 en 21 punten pakken op de coureur die later zijn grootste titelconcurrent zou worden. Zodoende was de achterstand van Lando Norris na vijf races namelijk al opgelopen tot 52 punten.

Maar toen kwam de grote ommekeer voor het team uit Woking. In Miami nam McLaren een grote upgrade mee die gelijk werkte, waardoor de Britse renstal ook meteen de snelste auto had. Maar daar kon Norris nog niet gelijk van profiteren.

Hij werd in de sprintrace het slachtoffer van de chaos bij de start en viel uit. Door de overwinning van de Brit in de Grand Prix wist hij de schade nog wel te beperken, maar in het eerste weekend dat hij de kans kreeg om in te lopen op Verstappen, moest hij opnieuw wat toegeven, ook al was het maar één schamel puntje. In Imola kreeg Norris een nieuwe kans.

Hij was veel sneller dan Verstappen in de laatste stint, maar kwam net tekort om de overwinning te pakken. Een paar races later in Spanje was hij eigenlijk ook sneller dan Verstappen, maar kwam hij Verstappen simpelweg niet voorbij. Opnieuw verloor hij dus kostbare punten ten opzichte van de Nederlander.

Tijdens het weekend in Oostenrijk werd vervolgens veel duidelijk over de strijd tussen de twee kemphanen. Oscar Piastri finishte namelijk voor Norris in de sprintrace, waardoor hij twee punten verloor op zijn grote titelconcurrent..