De zevende rit in de Vuelta a España is glooiend, maar zal vermoedelijk (weer) weinig teweegbrengen tussen de klassementsrenners. Op ongeveer dertig kilometer van de meet is er een klim van tweede categorie. Welke sprinters overleven die? WielerFlits blikt vooruit.

Parcours De etappe gaat vrijdag van start in Archidona. De Andalusische gemeente heeft nog geen track record in de Vuelta, maar is wel in de geschiedenis nauw verwant aan finishplaats Córdoba. Net als een groot deel van Spanje was Archidona in de vroege middeleeuwen bezet door de Moren.

In 888 werd Archidona bezet door de emir Al-Mundhir, waarna een opstand in Archidona plaatsvond. De notabelen werden later afgevoerd naar Córdoba en aldaar gekruisigd. De geschiedenis zal zich niet herhalen in deze rit.

Zeker de eerste 140 kilometer van de etappe zijn mild, als het peloton in noordelijke richting richting Córdoba rijdt. Af en toe wordt er wat geklommen, maar dat mag eigenlijk geen naam hebben. Het summum van de etappe is de Alto del 14% .

Een opmerkelijke naam voor een beklimming, genoemd naar de maximale stijgingspercentages van deze heuvel. Heel lastig is de klim verder niet: de klim is 8,4 kilometer lang en heeft een gemiddeld stijgingspercentage van 5,3%. In 2021 was de finale vergelijkbaar met die van dit jaar.

Op de Alto del 14% trokken onder meer Giulio Ciccone , Jay Vine en Romain Bardet ten aanval, maar zij konden in de laatste twintig kilometer geen sprint voorkomen. In de sprint in Córdoba toond.