De derde etappe in de Vuelta a España is de laatste rit op Portugees grondgebied, maar de eerste keer dat er serieuze hoogtemeters in deze Vuelta worden gemaakt. Het valt echter nog te bezien of er in de 182 kilometer tussen Lousã en Castelo Branco echte tijdsverschillen tussen de klassementsrenners zullen plaatsvinden. WielerFlits blikt vooruit.

Parcours De rit gaat op maandag van start in Lousã, een klein dorp in Coimbra zonder al te grote noemenswaardigheden. Vanuit Lousã trekt het peloton naar de grootste bergketen op het Portugese vasteland: de Serra da Estrela. Echt vuurwerk zal hier vermoedelijk wel nog uitblijven, aangezien de laatste vijftig kilometer van de rit zo goed als vlak is.

Hoewel de hoogste bergtop van deze keten bijna 2.000 meter is, klimt het peloton maandag ‘maar’ tot een hoogte van bijna 900 meter naar de Alto de Teixeira (17,4 km aan 3,2%) . De organisatie heeft deze klim aangeduid als klim van de tweede categorie en is de moeilijkste hindernis van de dag.

Daarna zijn er nog honderd relatief makkelijke kilometers tot de meet in Castelo Branco, met enkel nog de lange maar niet zo steile Alto de Alpedrinha (5,8 km aan 3,4%) . Na deze klim is het nog een klein uurtje tot finishplaats Castelo Branco en het definitieve afscheid van Portugal. De finale loopt ook nog licht omhoog.

Dinsdag gaat de rit namelijk gewoon weer van start in Spanje en trekt het peloton richting Andalusië. Dan zal er zeker niet gesprint gaan worden. Maandag 19 augustus, .