De achtste etappe van de Vuelta a España is op naam gekomen van Primoz Roglic . De Sloveen, die eerder ook al de vierde etappe won, was de sterkste op de korte, maar steile slothelling. Rodetruidrager Ben O’Connor maakte aanvankelijk een goede indruk, maar verloor uiteindelijk toch een kleine minuut op Roglic.

Het weekend voor de eerste rustdag van de Vuelta a España begon met een glooiende, 159 kilometer lange rit van Úbeda naar Cazorla. De coureurs werden niet het hooggebergte ingestuurd, maar de finish lag wel op een steile klim, de Cazorla. Deze slothelling was 4,8 kilometer lang en kende een gemiddeld stijgingspercentage van 7,2%.

Kopgroep met Oomen en Leemreize In de openingsfase werd er slag-om-slinger gedemarreerd. Op een gegeven moment reed er een grote groep weg, met onder meer Wout van Aert , maar zij kregen geen ruimte. Mauro Schmid (Jayco AlUla), Harold Tejada ( Astana Qazaqstan) en Gijs Leemreize (dsm-firmenich PostNL) sloegen een grotere kloof.

Vijf renners wisten vervolgens de oversteek nog te maken naar het drietal: Ion Izagirre (Cofidis), Oier Lazkano (Movistar), Mathis Le Berre (Arkéa-B&B Hotels), Luca Vergallito (Alpecin-Deceuninck) en Sam Oomen (Lidl-Trek). Het peloton liet vervolgens begaan. We kregen zo een kopgroep van acht, met twee Nederlanders.

Zij kregen een maximale voorsprong van vijf minuten. In het peloton controleerde Decathlon AG2R, de ploeg van klassementsleider Ben O’Connor , samen met Israel-Premier Tech. Op de Puerto Mirador d.