Hij moet de finish in Madrid nog halen, maar Jay Vine zal zich dit jaar tot bergkoning kronen in de Vuelta a España. De Australische klimmer wist in de slotetappe naar Picón Blanco genoeg punten te sprokkelen om zijn ploegmaat Marc Soler – die ook zijn zinnen had gezet op de bollentrui – achter zich te houden. Marc Soler begon vandaag als leider in het bergklassement aan de voorlaatste etappe van de Vuelta a España, maar er kon nog veel gebeuren in de koninginnenrit van deze ronde.

De twintigste rit in de Vuelta was op papier een van de zwaarste ritten. De overgebleven coureurs kregen vandaag liefst 4000 hoogtemeters voor de wielen geschoven. Met Las Estacas de Truebla (9,3 km à 3,1%), de Puerto de La Braguia (6,1 km à 5,6%), Alto del Caracol (10,5 km à 5,5%), de Portillo de Lunada (14 km à 6,2%), de Portilla de la Sia (7,2 km à 5,8%), Puerto de Los Tornos (13,2 km à 5,4%) en de slotklim naar Picon Blanco (7,6 kilometer à 9,2%) stonden er nog zeven gecategoriseerde beklimmingen op het menu.

Er waren nog maximaal 46 bergpunten te verdienen. Soler deed onderweg goede zaken: de Spanjaard mocht namelijk 19 punten op zijn conto bijschrijven. Dit bleek alleen net niet genoeg voor de bergtrui, want zijn ploegmaat Vine was op de eerste zes beklimmingen goed voor 22 punten en dit is genoeg om de leiding in het bergklassement over te nemen.

Vine staat nu op 78 punten, Soler heeft er 76. Sportieve revanche De Australiër weet zo zijn sportieve gram te halen. Twe.