De voorstelling ‘Bloedzus’ gaat over het weerzien van een gebrouilleerde tweeling. Het is een interessant thema, de innige band die tweelingen kunnen hebben, maar soms is de voorstelling iets te vol.
1 month Ago
Hoe ga je, als helft van een tweeling, om met het vinden van een eigen identiteit? Die vraag hield regisseur Madeleine Matzer al van jongs af aan bezig. In Bloedzus onderzoekt ze, samen met toneelschrijver Maaike Bergstra en actrices Wendell Jaspers en Lotte Dunselman, wat dat betekent: tweeling zijn. Ze hebben het niet bepaald getroffen, de twee tweelingzussen die Bergstra tegenover elkaar plaatst.
Een van hen is doodziek; ze heeft een nieuwe nier nodig. Dat is dan ook de reden dat de ander, na zeventien jaar radiostilte, opeens langskomt: om haar zus een nier aan te bieden. In de gevatte dialoog die zich in anderhalf uur tijd tussen de twee ontvouwt, kom je steeds meer te weten over hun gezamenlijke verleden en over de pijn die ze, allebei op hun eigen manier, met zich meedragen.
Wel bevindt die pijn zich op zoveel verschillende plekken, en is er zoveel aan de hand in dit stuk, dat het tweelingschap, als thema, af en toe naar de achtergrond dreigt te verdwijnen. Wat we zoal te weten komen: de twee groeiden op zonder vader. Hun moeder blijkt niet de meest aangename opvoeder te zijn geweest (een van de twee dochters kreeg voortdurend straf en de ander, het lievelingetje, werd vanaf haar tiende vaak thuisgehouden van school, omdat ze zogenaamd ziek zou zijn; gedrag dat onder kindermishandeling valt).
Toen deze incapabele moeder zeventien jaar geleden een bloedvergiftiging opliep, werd die te laat als zodanig door de dochters herkend, en ze overleed. De zussen voelen zich daar .
Copyright @ 2024 IBRA Digital