Veel slapstick, vaart en gekkigheid in het nieuwe jeugdboek van Meg Rosoff Meg Rosoff is een briljante youngadultschrijver. Maar in Er gebeurde bijna niets , boordevol gekke avonturen, houdt ze de lezer op afstand. Lange, broeierige zomers waarin de wereld tot stilstand lijkt gekomen en alles plotseling toch verandert.

Die vormen de rode draad in Meg Rosoffs zomerdrieluik De Godden broers , Dat soort vrienden en Er gebeurde bijna niets . Het onlangs vertaalde slotdeel heeft een misleidende titel, want het grote ‘niets’ heeft de zeventienjarige Callum bij aanvang al achter de rug. Na een rampzalige zomer op het Franse platteland voelt hij zich onzeker en mislukt.

Hij was te gast bij een uitwisselingsgezin waar welbespraakte, knappe tieners in beschaafd Frans discussieerden over film, politiek, muziek, literatuur en seks, en wist totaal geen raad met zichzelf. Geen episch avontuur, geen zomerliefde; zijn zomer bestond vooral uit lange wandelingen met de hond van het gezin. Op het laatste moment besluit hij de trein terug naar Londen te laten schieten en in Parijs te blijven, zonder zijn familie in te lichten.

Hij belt aan bij zijn neef Harrison en zo beginnen twee turbulente dagen. Tijdens een concert maakt hij kennis met de stoere Lilou en haar onbetrouwbare neef Arnaud. Achter op de motorfiets van Lilou verkent hij alle hoeken van de Franse hoofdstad, op zoek naar een gestolen hobo en een verdwenen Matisse.

Terwijl de temperatuur oploopt tot boven de veertig graden, wordt.