Drie Israëlische en acht Thaise gijzelaars in ruil voor 110 gevangengenomen Palestijnen. Dat was de deal die Hamas en Israël in de aanloop naar donderdag hadden gesloten. Uiteindelijk lijkt de ruil succesvol te zijn verlopen, al had de operatie opnieuw veel voeten in de aarde.

Een zoveelste keer is gebleken hoe kwetsbaar het akkoord is tussen Israël en Hamas. In ruil voor de acht gijzelaars die Hamas en de Palestijnse Islamitische Jihad donderdagmiddag hadden laten gaan, zouden snel 110 Palestijnen vrijgelaten worden uit Israëlische gevangenissen. Tot de Israëlische premier Benjamin Netanyahu — tijdelijk — de stekker eruit trok.

Volgens Israëlische media zouden de Palestijnse gevangenen al praktisch op de bussen van het Rode Kruis gezeten hebben toen het kabinet van Netanyahu aankondigde dat hun vrijlating werd opgeschort. Dat besluit van de premier volgde op het optreden van Hamas en Islamitische Jihad in Khan Younis, waar de vrijlating van zeven gijzelaars zo chaotisch verliep dat het gevaarlijk voor hen werd, aldus Netanyahu. De dag begon beloftevol met de vrijlating van de vrouwelijke Israëlische militair Agam Berger.

Zij werd om 10 uur lokale tijd door leden van Hamas langs het puin van vernielde gebouwen richting een podium begeleid, waar fotografen haar in beeld brachten voor een spandoek met Hamas-slogans. Vervolgens verdween ze in een voertuig van het Internationale Rode Kruis, werd ze naar Israël gebracht en na een succesvol medisch onderzoek met.