ANALYSE De Amerikaanse centrale bank heeft de beleidsrente woensdag gelaten. Financiële markten reageerden vooral op opmerkingen van voorzitter Jerome Powell van de Federal Reserve, die aangaf dat de centrale bankiers nog niet tevreden zijn met het tempo waarin de inflatie richting het gewenste niveau van 2 procent beweegt. Intussen trekken andere zaken veel meer de aandacht op de valutamarkten.

In de eerste plaats was er afgelopen weekend het relletje tussen de Verenigde Staten en Colombia. Het Latijns-Amerikaanse land weigerde afgelopen weekend twee vliegtuigen met migranten die door de Verenigde Staten werden teruggestuurd. Het viel bij president Gustavo Petro niet goed dat daarvoor militaire toestellen werden ingezet, in plaats van burgervliegtuigen.

Voor de vorige week aangetreden president Donald Trump was de weigering aanleiding om de ambassade in Bogota te verbieden om nieuwe visa-aanvragen in behandeling te nemen. Bovendien dreigde hij een tarief van 25 procent op goederen en diensten uit Colombia in te voeren. Petro leek het vuurtje verder op te stoken met de opmerking dat hij “geen zaken doet met blanke slavendrijvers”.

Maar toch werd er binnen een dag een Door het relletje ging de Colombiaanse real binnen een dag met 2 procent onderuit. Het is een duidelijk signaal dat de grillen van Trump zich de komende jaren ook laten voelen op valutamarkten. Op de korte termijn ogen met name de Mexicaanse peso en Canadese dollar kwetsbaar.

Naar verluidt kan er op 1 febru.