Het gaat om het zogenoemde maatmanloon, het loon dat iemand verdiende voordat hij of zij ziek werd. Dit maatmanloon wordt gebruikt voor de berekening van het arbeidsongeschiktheidspercentage. Door te indexeren met CBS-indexcijfers groeit het maatmanloon mee met de stijging van de lonen in Nederland.

En daar ging het mis. Het CBS indexeert die cijfers eens in de tien jaar, in dit geval eind 2023. Het lukte het UWV echter niet om de nieuwe cijfers in het it-systeem te verwerken.

Er werd daarom voor een tijdelijke werkwijze gekozen. "Hierbij zijn recentelijk afwijkingen gevonden", aldus van Hijum. Het maatmanloon is bij sommige mensen te laag vastgesteld.

Daardoor kregen ze soms geen uitkering of een te lage uitkering. Het UWV verwacht het it-probleem later deze maand verholpen te hebben, waardoor het in de toekomst niet meer mis kan gaan, aldus de minister. Mensen bij wie het mogelijk misgegaan is, moeten langer wachten op duidelijkheid.

Het UWV 'analyseert de impact' en verwacht die analyse pas in april klaar te hebben. Het is misgegaan bij grensgevallen. Het gaat dan om mensen die 35 procent of 80 procent arbeidsongeschikt zijn bevonden.

Wie minder dan 35 procent arbeidsongeschikt is, krijgt namelijk geen WIA-uitkering. Ze moeten in dienst blijven bij de werkgever en die moet kijken wat de werknemer nog kan doen. En wie meer dan 80 procent arbeidsongeschikt is, krijgt een ander type uitkering, die soms gunstiger is.

Door 'afrondingsfouten' van enkele tienden van procenten wer.