Antwerp FC heeft enkele uiterst succesvolle seizoenen achter de rug. Maar aan die successen hing wel een aanzienlijk prijskaartje en daar draait de club momenteel voor op. Desondanks zou de Great Old niet moeten vrezen voor de langere termijn.

Nadat het stamnummer één aan het verkommeren was in de tweede divisie, besloot Paul Gheysens om zijn schouders (lees: portefeuille) onder de traditieclub te zetten. In eerste instantie deed hij dat in het geheim. Na de promotie richting de Jupiler Pro League , trad de bouwheer van Ghelamco ook naar de voorgrond als sterke man.

Dankzij de deskundige hulp van eerst Luciano D'Onofrio en vervolgens Marc Overmars, gecombineerd met zijn financiële inbreng, bouwde hij Antwerp ook uit tot een succesverhaal. Inmiddels staan twee bekers, een supercup en een landstitel op het palmares. Van een steile opmars gesproken, maar daar hing natuurlijk ook een stevig prijskaartje aan.

Investeerders gezocht Bovendien werden ook de faciliteiten en omkadering flink gemoderniseerd. Die kosten werden lange tijd voor Gheysens persoonlijk gedragen. Dan kan uiteraard niet blijven duren.

Bovendien kreeg de zakenman in zijn andere bedrijven te maken met heel wat financiële perikelen. En dat heeft uiteraard ook zijn weerslag op Antwerp. Begin dit kalenderjaar raakte al bekend dat de club met 'cashflow-problemen' kampt.

Men is dan ook genoodzaakt bepaalde sterkhouders te verkopen om de boekhouding in evenwicht te houden. Op termijn is echter een structurele op.