Het gerechtshof in Den Haag ziet wel „een zorgvuldigheidsplicht” voor Shell, maar vindt niet dat het olie- en gasbedrijf verplicht moet worden tot concrete percentages om de CO2-uitstoot te verminderen. Dat is een grote klap voor Milieudefensie, die de zaak aanspande.
1 week Ago
Shell kan niet worden verplicht tot concrete percentages waarmee het bedrijf de CO2-uitstoot moet verminderen. Dat heeft het gerechtshof in Den Haag dinsdag bepaald. De uitspraak is een grote klap voor Milieudefensie, die de zaak aanspande.
De baanbrekende zaak – voor het eerst werd door een rechtbank een reductieplicht opgelegd aan een individueel bedrijf – wordt al jaren met argusogen en grote spanning in de wereld gevolgd. Milieudefensie spande, met zes andere organisaties, de zaak in 2018 aan omdat Shell ernstig tekort zou schieten in de uitvoering van de vergroeningsambities. Nadat het de zaak won, ging Shell in hoger beroep, dat afgelopen april diende.
Opnieuw eiste Milieudefensie dat Shell de CO2-uitstoot die het direct en indirect veroorzaakt in 2030 met zeker 45 procent zou hebben verminderd. Dat percentage baseerden de eisers op wetenschappelijk onderzoek over de wereldwijde uitstootvermindering die nodig is om nog enigszins kans te maken op een opwarming van de aarde van maximaal 1,5 graad; het streven van het klimaatakkoord van Parijs uit 2016. Maar het hof stelt dinsdag dat die algemene norm „niet fijnmazig genoeg” is en dat de behandelde rapporten „onvoldoende houvast” bieden om op Shell toe te kunnen passen.
Voor het hof is het daarnaast niet zeker of een reductieverplichting voor Shell een positief effect zou hebben op het tegengaan van klimaatverandering. De redenatie: wanneer Shell door de maatregelen minder olie en gas zou gaan doorverkopen, dan.
Copyright @ 2024 IBRA Digital