De documentaire die Sanna Fabery de Jonge over haar peetvader maakte, toont een avontuurlijke en zelfverzekerde man. Diep van binnen was hij droevig, zegt vriendin Whoopi Goldberg.
1 month Ago
Nog even over de driedelige documentaire Theo van Gogh: de hunkering die maandag begon. Die wierp me terug naar de dag dat hij werd vermoord, twintig jaar geleden. ’s Ochtends rond negen uur belde ik met een vriend van de cineast-columnist om het onwaarschijnlijke gerucht dat Van Gogh betrokken was bij een schietpartij, bevestigd te krijgen.
’s Avonds stonden we op de Dam met een pollepel op een pannetje te slaan. Met twintigduizend man in een „lawaaidemonstratie”. Opstandig en verslagen tegelijk protesteerden we tegen de moord op Van Gogh.
Dat keukengerei is vermoedelijk later toegevoegd door het verraderlijk geheugen: ik ben veel te bescheten om in het openbaar op een pannetje te gaan slaan. De uitzending maandag leidde in Goedemorgen Nederland (WNL) tot de retorische vraag: had Van Gogh nu, in deze „vertrutte” tijd gepast? De cineast, zo was het idee, zei frank en vrij allemaal dingen die je nu niet meer mag zeggen. Het tegendeel is waar.
Rond de eeuwwisseling werd iedereen nog boos omdat Van Gogh in zijn columns antisemitische en islamofobe beledigingen uitte. Zijn regie van Submission , Ayaan Hirsi Ali’s videopamflet tegen de islam, leidde tot zijn moord. Ze waren dus niet zo vrij en tolerant, die jaren nul.
Terwijl Van Gogh nu, twintig jaar later, juist zou worden toegejuicht. Hij had kunnen gloriëren op X, een platform dat is ingericht op scheldpolemieken die bij voorkeur op de man spelen. Ook had hij zonder moeite in een eigen talkshow à la Johan Der.
Copyright @ 2024 IBRA Digital