De productie bij Audi Brussels ligt momenteel stil omdat het personeel van onderaannemers en toeleveranciers staakt. Ook daar zijn namelijk honderden banen bedreigd door de sluiting van de fabriek in Vorst. De verbolgen werknemers voelen zich niet gehoord bij het sociaal overleg en in de steek gelaten.

Tientallen manifestanten verdedigden donderdag voor de poorten van de Audi-fabriek in Vorst uitdrukkelijk ook de werkkrachten van de toeleveranciers, die volgens hen vergeten worden aan de onderhandelingstafel. Zo zijn bij enkele Brusselse toeleveranciers honderden banen bedreigd. Bij logistiek bedrijf Rhenus gaat het om 126 banen, bij Imperial Logistics staan 281 banen op de tocht.

Beide vestigingen worden uitermate hard getroffen door de sluiting van de autofabriek. “Wij bestaan gewoonweg niet”, klaagt Stephan De Mûelenaere aan, afgevaardigde van de liberale vakbond ACLVB. “We staan hier al sinds 28 augustus voor de deur in een tent om de media en de directie bij Audi wakker te schudden.

Maar, in België én in Duitsland worden onderaannemers over het hoofd gezien. Het gaat de hele tijd enkel en alleen over de mensen van Audi, dat is schandalig.” “Wij vragen aan Audi dat de werkkrachten van de onderaannemers evenveel recht krijgen op de premies als de mensen van Audi zelf”, zegt Joaquin Malpica van de vakbond ACV.

“Zij hebben hun winsten ook dankzij ons geboekt. Elke auto die hier van de band is gerold, kwam er dankzij het personeel van Audi én de werkneme.