Een gerecht om moeilijke eters van kool te leren houden. Dat is bondig samengevat waarom Ingeborg Deleye dit recept enkele jaren geleden deelde in DS Magazine – ze was zelf de moeilijke eter, maar leerde dankzij haar oma groenten appreciëren. Nochtans is aan deze ovenschotel weinig toegevoegd om de koolsmaak te verdoezelen.

Gehakt, aardappelen en mosterd: het is een gerecht uit grootmoeders klassieke repertoire, en daarom niet te versmaden. Ingrediënten (voor een grote ovenschotel) 1 kleine groene kool 800 g gehakt 1 kg aardappelen 1 à 2 el graanmosterd 1 ei 1 dl melk Boter Paneermeel Peper, zout, nootmuskaat Bereiding 1. Verwijder de buitenste bladeren van de kool, die gebruik je niet.

Snijd de grofste nerven uit de koolbladeren en scheur of snijd de kool in grove stukken. Kook beetgaar in een ruime pot gezouten water, gedurende ongeveer 20 minuten. Laat goed uitlekken.

Prak de gare kool met een vork in stukjes. 2. Bak het gehakt aan in een ruime stoofpot in een klontje boter.

Breng op smaak met peper en zout. Voeg de groene kool toe, samen met een stevige eetlepel mosterd. (Twee, als het sterk mag zijn.

) Laat het kool-gehaktmengsel nog even rustig aanstoven. 3. Kook de aardappelen gaar en stamp ze tot puree met boter, een ei en een geut melk.

Breng stevig op smaak met peper, zout en nootmuskaat. 4. Vet een ovenschotel in en bestrooi de bodem met paneermeel.

Het gehakt-koolmengsel komt onderaan, daarbovenop komt een stevige laag aardappelpuree. Leg enkele kleine klon.