Het Nederlands elftal heeft een vrij wisselvallig jaar teleurstellend afgesloten. Bondscoach Ronald Koeman zag zijn elftal in de laatste groepswedstrijd van de Nations League bij Bosnië en Herzegovina, de nummer 74 van de wereld, een voorsprong verspelen: 1-1. Het duel had weinig waarde. Oranje was al zeker van een plek in de kwartfinales in maart volgend jaar en Bosnië kon degradatie niet meer voorkomen.
4 days Ago
Koeman greep de laatste interland daarom aan om veel andere spelers een kans te geven, zodat zij konden laten zien terecht bij de selectie te zitten. De bondscoach wisselde in vergelijking met de gewonnen thuiswedstrijd tegen Hongarije (4-0) van zaterdag zijn gehele elftal. De laatste keer dat Oranje in twee achtereenvolgende duels met twee totaal verschillende teams aantrad was in juni 2022, onder leiding van Louis van Gaal tegen Polen en Wales.
Justin Kluivert startte als rechtsbuiten en keerde zo na ruim zes jaar terug als international. Spitsen Brian Brobbey en Joshua Zirkzee mochten allebei meedoen, met Zirkzee dit keer als aanvallende middenvelder kort achter Brobbey. Verdediger Stefan de Vrij, die tegen de Hongaren werd gepasseerd en Jan Paul van Hecke de voorkeur zag krijgen, was in de zevende minuut dicht bij de openingstreffer.
De aanvoerder zag zijn inzet van dichtbij over het doel worden getikt door keeper Martin Zlomislic. Het lukte Oranje daarna lange tijd niet ruimte te vinden in de verdediging van Bosnië, waar Edin Dzeko vermoedelijk zijn laatste interland speelde. Veel plekken in Stadion Bilino Polje bleven leeg uit onvrede over de nederlaag van 7-0 bij Duitsland, drie dagen eerder.
Het duurde tot de 24e minuut voordat Oranje de score opende. Na een indraaiende voorzet van Noa Lang kopte Brobbey raak. Voor de spits van Ajax betekende het zijn eerste treffer als international, in zijn zevende interland.
Nederland liet kort voor rust na om verder uit te lopen.
Copyright @ 2024 IBRA Digital