De man, geboren in 1989, werkte sinds begin 2019 in een filiaal van BMN Bouwmaterialen in Rhenen. Dit bedrijf heeft zo'n 140 vestigingen in Nederland. Ongeveer drie jaar geleden werd hij gepromoveerd tot chef van het magazijn.

In die rol gaf hij leiding aan drie collega's en hij stond zelf onder de vestigingsmanager. Die riep hem op 15 februari op het matje in het bijzijn van iemand van personeelszaken. Het ging over cash geld op de werkvloer, met de vraag of de man ervan af wist.

Dat wist hij wel, sterker nog: hij had nog 50 euro in zijn portemonnee zitten die hij naar eigen zeggen de dag ervoor van een klant had gekregen als 'fooi'. Diefstal, oordeelde het bedrijf en daarmee reden genoeg voor ontslag op staande voet. "Wij hebben jou aangegeven dat een 'fooi' gaat om maximaal enkele euro's en niet om bedragen van 50 euro", schrijft het bedrijf in de ontslagbrief.

De man stapte vervolgens naar de rechter om dat besluit aan te vechten. De 50 euro kreeg hij als dank voor service aan een klant. Er werden wel vaker fooien gegeven, daar was zelfs een speciale fooienpot voor, vertelde de man.

Uit die pot trakteerde hij zijn collega's wel eens. Bij het gerechtshof in Arnhem betoogde de man dat er binnen het bedrijf helemaal geen beleid was voor fooien. In ieder geval niet onder zijn eerdere leidinggevende.

Dat diens opvolger, die sinds 1 januari van dit jaar in functie was, andere regels had, is nooit aan de man verteld, voegde hij daaraan toe. Binnen het bedrijf was er wel een prij.