Sinds ze vorig jaar aan de macht kwam, kondigde de centrumrechtse coalitie van premier Christopher Luxon aan dat ze een verbod op olie- en gasexploratie zal terugdraaien, de prijsbepaling van landbouwemissies vijf jaar zal uitstellen en meer mijnbouw zal aanmoedigen. Dit maakt deel uit van een verschuiving in de prioriteiten van de regering in de richting van meer export ter ondersteuning van een economie die in het jaar tot maart 2024 slechts 0,3% groeide, de laagste groei in dezelfde periode sinds de pandemie toesloeg in 2020, en die een tekort op de lopende rekening heeft van 6,8% van het BBP. De export is goed voor bijna een kwart van de economie van Nieuw-Zeeland.

"De economische situatie is voor mij misschien wel de slechtste van alle omstandigheden die ik me in mijn volwassen leven kan herinneren," zei minister van Hulpbronnen Shane Jones. "Dus toen de kans zich voordeed om te pleiten voor de wederopstanding van de delfstoffensector, werd dat gedreven door een tamelijk wreed begrip van wat onze economische situatie is," voegde hij eraan toe. De landbouwsector, inclusief de visserij, draagt 5% bij aan de economie en is goed voor ongeveer 80% van de totale export.

De boeren die Luxons regering aan de macht hielpen, hadden gezegd dat het milieubeleid dat de coalitieregering terugdraait, de productie van zuivel en vlees te duur zou hebben gemaakt. Maar terwijl boeren en bedrijven de veranderingen toejuichten, bekritiseerden milieuactivisten de coalitie voor wat zij kortzic.