Weer- en klimaatdeskundigen wezen eerder al voorzichtig op dat verband. Nu staat het zwart op wit in een analyse van onderzoeksgroep World Weather Attribution (WWA). Aan de hand van modellen konden de wetenschappers nauwkeurig berekenen welke rol klimaatopwarming speelde bij de verwoestende branden in Zuid-Californië eerder deze maand.

Nieuw is dat zij er nu ook een getal aan plakken. Na wekenlang onderzoek is de conclusie dat de kans op de natuurbranden in Los Angeles (LA) met meer dan een derde (35 procent) is toegenomen sinds het begin van de menselijk klimaatverandering. In eerste instantie werd LA getroffen door een "fatale combinatie" van hitte, droogte en de Santa Ana-winden, die de branden zo hevig maakte.

Het was een onfortuinlijke samenloop van weersomstandigheden, zeiden experts eerder tegen NU.nl. Maar hoe warmer het klimaat, hoe vaker zulke omstandigheden voorkomen, schrijft het WWA.

"Met iedere fractie van een graad opwarming groeit de kans op extreem droge, ontvlambare omstandigheden rond de stad LA", zegt Theo Keeping, natuurbrandexpert bij Imperial College London en mede-auteur van de studie. "Natte jaren met een wildgroei van planten worden steeds vaker gevolgd door droge jaren. Daardoor neemt de brandstof voor natuurbranden toe naarmate het klimaat opwarmt.

" Klimaatverandering zorgt er daarnaast voor dat natuurbrandseizoenen gemiddeld 23 dagen langer duren, en daarmee gevaarlijker worden. Een relatie tussen opwarming en de Santa Ana-winden is niet ontdekt.