Nederlanders die op zoek zijn naar een huis kunnen gemiddeld nog maar uit 2,1 huizen kiezen. "Dat is superlaag, in een normaal functionerende huizenmarkt is dat 5 tot 7", zegt Peter Boelhouwer, hoogleraar Woningmarkt aan de TU Delft. De arbeidsmarkt is krap.

Dat betekent dat tegenover elke vacature maar weinig werkzoekenden staan. De werkloosheid is dus laag. Aan de ene kant zorgt de krapte op de arbeidsmarkt voor problemen in de bouw.

Er zijn te weinig bouwvakkers waardoor nieuwbouw stagneert. Aan de andere kant leidt krapte op de arbeidsmarkt tot hogere lonen, waardoor de huizenprijzen verder doorstijgen. Daar komt bij dat de hypotheekrente daalt, de vraag naar koopwoningen stijgt, én er nog altijd te weinig woningen zijn.

Daardoor zijn huizen ten opzichte van een jaar geleden 12,3 procent duurder geworden. De problemen op de woningmarkt duren al jaren. In de afgelopen tien jaar is de bevolking veel harder gegroeid dan verwacht en door de recessie is er veel minder gebouwd, aldus Boelhouwer.

Ook is er volgens hem sprake van zwalkend overheidsbeleid, zo werden eerst buitenlandse beleggers lekker gemaakt om in woningen te beleggen, maar vier jaar later werd ongeveer iedereen weggejaagd die in huurwoningen wilde beleggen, zegt hij. Ook het beleid dat door de overheid gevoerd werd hielp niet, gaat Boelhouwer verder. In de recessie werd het bedrag dat huizenkopers konden lenen lager en kregen woningcorporaties te maken met hogere belastingen, legt hij uit.

Daardoor is in Neder.