Nederlandse archeologische schatten weer even terug op de plek waar ze werden opgegraven

Vroeger gingen alle bijzondere archeologische vondsten in Nederland automatisch naar het Rijksmuseum van Oudheden in Leiden. In het kader van het project ‘Onder ons’ gaan topstukken nu tijdelijk terug naar de plek waar ze zijn gevonden. In Rhenen zijn ze er blij mee.

1 month Ago


‘Frankische schatten thuisgebracht’ staat op een reclamebord in de hoofdstraat van Rhenen. Om de hoek in het Stadsmuseum Rhenen zijn ze te zien: kettingen met kralen van glas uit Egypte, barnsteen uit het gebied rond de Oostzee, mantelspelden ingelegd met almandijn uit India en Pakistan, zilveren armbanden en bronzen haarnaalden. In 1951 zijn ze bij de Donderberg, honderden meters westelijker, ontdekt.

Een lokale wegenbouwer was bij de verbreding van de Utrechtsestraatweg op aardewerken potjes gestuit. Archeologen van de toenmalige Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek waren daarna vier maanden bezig geweest met de opgraving van wat met ruim 1.100 graven de grootste vroegmiddeleeuwse begraafplaats van Nederland bleek te zijn.

De gemeente Rhenen schreef de landelijke overheid dat de ruim 3.000 objecten uit de periode 400-800 na Chr., die niet alleen onder lokale, maar ook nationale en internationale belangstelling waren opgegraven, bij hen thuishoorden.

Maar in 1981, na enkele tijdelijke tentoonstellingen door het land, bepaalde de minister van Cultuur dat de vondsten vanwege hun belang in de nationale archeologische collectie moesten komen. Sindsdien zitten ze in de collectie van het Rijksmuseum van Oudheden (RMO) in Leiden. Een selectie van ongeveer 150 voorwerpen is nu weer te zien in de plaats waar ze zijn opgegraven.

Dat gebeurt als onderdeel van ‘Onder ons’ een tentoonstellingproject van het RMO. „De nationale collectie is van iedereen en daarom wil.

Copyright @ 2024 IBRA Digital