GOUDA - Na politie-invallen in hun woning eind 2018 hebben vier inbraakverdachten uit Gouda zes jaar op hun rechtszaak gewacht. De officier van justitie eist nu toch nog celstraffen tegen de mannen. 'Wie zijn billen brandt, moet op de blaren zitten.

' Het OM verdenkt de Gouwenaren van 22 inbraken en pogingen daartoe kriskras door Nederland. Dat het uiteindelijk zo lang heeft geduurd voor ze voor de rechter staan, komt omdat megazaken tegen drugsbazen bij de Haagse rechtbank voorrang kregen, legt de officier van justitie maandag uit. 'Het vangen van grotere boeven krijgt dan prioriteit.

' Om de zaak bij de rechtbank binnen een dag af te kunnen handelen, schrapt de officier inbraakpogingen in Woerden, Gouda, Bodegraven en Linschoten van de lijst van beschuldigingen. Wel eist justitie celstraffen tegen de vier verdachten. En die eisen zijn fors: 36 maanden, 21 maanden, 15 maanden en 99 dagen.

'Het kan niet zijn dat dit allemaal zonder gevolgen blijft. Wie zijn billen brandt, moet op de blaren zitten', aldus de aanklager. De 34-jarige I.

L. uit Gouda moet de straf van 36 maanden uitzitten als het aan justitie ligt. Onder zijn auto bevestigde rechercheurs een peilbaken.

Zo kon hij gelinkt worden aan inbraken in Arnhem, Rheden en Bennekom, waar het voertuig diep in de nacht werd gesignaleerd. Dichterbij huis zou hij in Reeuwijk toegeslagen hebben. Uit een woning nam hij een bankpas mee en nam daarmee ruim vijfduizend euro op, aldus het Openbaar Ministerie.

Ook zou hij bij deze inbraak.