Meesterpianist András Schiff: ‘Muziek is als het milieu, die moet je niet vervuilen met lelijk geluid’

Sir András Schiff is een van de grootste pianisten van zijn generatie. De zeventig is hij inmiddels gepasseerd, maar aan afbouwen denkt hij nog niet: deze maand is hij in Nederland te gast voor twee verrassingsrecitals.

1 day Ago


Wenen, november vorig jaar. We hebben afgesproken in het statige Imperial Hotel, in het hart van de stad, schuin achter de Musikverein. In driedelig zwart, met zwart pochet en een tevreden glimlach op zijn gezicht, wandelt András Schiff de lobby binnen.

Sinds hij afgelopen zomer zijn been brak, ondersteunt hij zichzelf met een wandelstok. In een voor ons gereserveerd zaaltje nemen we plaats aan het uiterste einde van een lange conferentietafel. De handen van Schiff liggen gevouwen op tafel.

Dagelijks houdt hij ze een paar uur soepel achter de piano, en elke dag begint met Bach . Schiff (1953) is een geboren Hongaar van joodse komaf, die zich uit afkeer van de nationale politiek liet naturaliseren tot Oostenrijker en later, toen extreemrechts ook daar oprukte, tot Brit. In 2014 werd hij geridderd tot Sir.

Hij is een associatief spreker, bij wie een ogenschijnlijk strenge natuur toch regelmatig ruimte laat voor een grapje. Zijn woorden kiest hij zorgvuldig, secondenlange stiltes zijn geen zeldzaamheid. „Mijn repertoire heb ik altijd nauwkeurig gepland”, blikt hij terug op zijn carrière.

„Ik heb gewacht tot mijn vijftigste om alle pianosonates van Beethoven te spelen, en tot mijn zeventigste met Bachs Die Kunst der Fuge . Nu heb ik eigenlijk alles wel gedaan wat ik wilde doen, en kan ik díe muziek verder gaan uitdiepen die het meest voor me betekent.” „Niettemin”, voegt hij weifelend toe, „zijn er ook nieuwe dingen die ik nog wil ontdekken, zoals de belangrij.

Copyright @ 2024 IBRA Digital