De ergste malaise in de woningbouw — lang een van de grote zorgenkindjes van de BV Nederland — lijkt voorbij. Maar nog altijd geven gemeenten niet genoeg vergunningen af om aan de beoogde 100.000 huizen per jaar te komen.

In de eerste zes maanden van dit jaar kwam het aantal bouwvergunningen uit op bijna 35.000, het hoogste aantal sinds 2021. In de tussentijd belandde het aantal vergunningen, en daarmee de woningbouw, in een ongekende dip, die z’n dieptepunt afgelopen zomer bereikte.

Sindsdien is het aantal bouwvergunningen drie kwartalen op rij gestegen. De vruchten daarvan, zoals wellicht een afkoelende woningmarkt, kunnen pas over een paar jaar worden geplukt, als de nu vergunde woningen er ook daadwerkelijk staan. En dan nog: in dit tempo gaat het lastig worden om voor het hele jaar aan de 100.

000 vergunningen te komen, en dus aan 100.000 woningen over een paar jaar — liefst nog meer vanwege de achterstand die er nu al is. Dat doel halen is wel nodig om tegen 2030 het woningtekort te hebben opgelost.

Ondertussen woekert ook nog de discussie wáár er dan gebouwd moet worden. In het oosten van het land zijn minder overstromingsrisico’s, en is bouwen dus minder gecompliceerd, bleek dit voorjaar nog uit (Infrastructuur). , betoogde de rijksbouwmeester kort daarna.

Tot nu toe zonder effect: bijna een kwart van de bouwvergunningen in het afgelopen halfjaar komt op naam van gemeenten in Zuid-Holland. En de provincie die het meest uitbreidt is Flevoland, als je naar .