In de eerste negen maanden dit jaar hebben dieven al meer dan 32.000 ruitjes ingetikt, koplampen verdonkeremaand, wielen of complete voorbumpers gestolen — kortom, auto’s en hun inhoud zijn doelwitten. Dat is meer dan duizend keer vaker dan in dezelfde periode vorig jaar.

Veel van die dieven worden op pad gestuurd met een ‘boodschappenlijstje’, zegt Rob Smitskamp van Stichting Verzekeringsbureau Voertuigcriminaliteit. Hij ziet hoe een groeiende zwarte markt voor auto-onderdelen een verdienmodel vormt voor auto-inbraken. „Schadebedrijven in binnen- en buitenland die niet via de officiële weg aan een onderdeel kunnen komen, bijvoorbeeld omdat er geen voorraad is of omdat ze het onderdeel te duur vinden, bestellen zo’n onderdeel dan op de zwarte markt.

En dan krijgen ze een Chinees namaakproduct, of een gestolen onderdeel.” En dan is het ‘hoogseizoen’ voor deze vorm van criminaliteit nog maar net begonnen: vorig jaar waren er in oktober en november een kwart meer auto-inbraken dan gemiddeld in de rest van het jaar, en dat patroon lijkt zich jaarlijks te herhalen. Een andere trend is dat dieven zich meer op de grote stad concentreren.

Tien jaar geleden kwam meer dan de helft van alle meldingen van auto-inbraken nog uit middelgrote steden of het platteland, maar inmiddels komt meer dan de helft van alle gestripte of leeggeroofde auto’s uit de grote stad. Eén op de zes auto-inbraken vindt in Amsterdam plaats, tegenover één op de zeven vorig jaar. Maar oo.