Illustrator en kinderboekenschrijver Marit Törnqvist beschrijft de week waarin ze de Johannes Vermeerprijs 2024, de Nederlandse staatsprijs voor de kunsten, ontvangt. „Zelfs voor een minister kan er een moment komen dat je zegt: tot hier en niet verder. Ik stap op. En dat geldt ook voor u.”
1 month Ago
Stille dag in mijn atelier. Door alles rond de Johannes Vermeerprijs heb ik heel erg lang niet getekend of geschreven. Dat is best lastig want eigenlijk zit ik midden in een groot prentenboek en ik word wat wiebelig als ik te lang niet werk.
Ik krijg een protocol opgestuurd waarin zo ongeveer elke minuut van komende maandag door organisatie LUSTR is vastgelegd...
Wat een feest wordt dit! Ik besluit toch maar gebruik te maken van een aangeboden taxi heen en terug naar Den Haag. Met het enorme glasbokaal in de trein en op mijn oude fietsje midden in de nacht door Amsterdam lijkt me wat risicovol. ’s Avonds pas ik de groene feestjurk die ik op de prijsuitreiking aan doe en waar mijn dochter Rosalie heel wat avonduren aan heeft gewerkt.
Andere dochter Jasmijn kijkt mee vanuit het binnenland van Portugal waar ze voor een master aan het filmen is. Gisteren werd de ‘etalage’ van het Ministerie van OCW ingericht door ontwerpster Noor Mastenbroek voor een tentoonstelling over mijn werk. Ik hield er nog even rekening mee naar Den Haag te moeten, maar het ziet er prachtig uit! Ik heb dus vrij en ben gaan schaatsen op de Jaap Edenbaan.
Mijn hoofd tolt van veel gedachten, want naast de ‘prijstoestand’ gaat het leven in al zijn facetten door. In de herfst oefen ik trouwens altijd voor Zweden waar ik een schaatsclubje vorm met een paar oude mannetjes die ooit sportbinken waren. Ik besluit nu een helm te kopen.
Het zou toch jammer zijn als ik vandaag val en maandag met een hersensc.
Copyright @ 2024 IBRA Digital