Een manifestant die tijdens een boerenbetoging op 26 maart met een brandbom gooide, is door de Brusselse correctionele rechtbank veroordeeld tot 18 maanden cel met uitstel. Volgens de rechter ging het niet om brandstichting, maar om een poging tot brandstichting. De beklaagde ontsnapt daardoor aan het betalen van een schadevergoeding aan de MIVB, die zich burgerlijke partij had gesteld op het proces.

Duizenden landbouwers zakten in de eerste maanden van 2024 af naar Brussel om er tijdens verschillende manifestaties te betogen tegen het landbouwbeleid van de regering. De protesten verliepen vaak grimmig, ook tijdens de boerenbetoging van 26 maart. In metrostation Maalbeek werd er hooi in brand gestoken, met heel wat schade tot gevolg.

Een manifestant werd opgepakt toen hij een zelfgemaakte brandbom gooide naar het hooi in het metrostation, waar op dat moment verschillende mensen van de brandweer en de politie stonden opgesteld. De brandbom ontplofte niet, maar volgens de aanklager had de daad van de beklaagde immense gevolgen kunnen hebben. De Brusselse openbare vervoersmaatschappij MIVB eiste een provisionele schadevergoeding van 1 euro tegen de beklaagde, maar liet optekenen dat de schade aan metrostation Maalbeek “aanzienlijk” was.

Volgens de advocaat van de manifestant was zijn cliënt echter niet verantwoordelijk voor de hooibrand in het metrostation. “Mijn cliënt geeft toe dat hij een brandend flesje met diesel heeft gegooid, maar van brandstichting is geen spra.