Ferrari lijkt weer wat op achterstand te zijn geraakt ten opzichte van de concurrentie. McLaren lijkt momenteel de snelste auto te hebben en ook Red Bull en Mercedes strijden mee om de zeges. De Italiaanse renstal kan de snelheid van haar rivalen niet bijbenen.

Een ontwikkelingsachterstand zou de meest logische verklaring zijn, maar volgens Charles Leclerc is er sprake van een ander probleem. De Monegask legt tegenover Autosport uit wat er dan wél gaande is. "De Grand Prix van Spanje was een soort keerpunt.

Toen namen we nieuwe upgrades mee, waarvan de data gewoon in ons voordeel werkte. Maar het zorgde er tegelijkertijd ook voor dat het stuiteren, waar we eerder al last van hadden, nog erger werd. Ik koos de laatste vier races daarom voor een agressievere afstelling in een poging dat probleem tegen te gaan.

" "Ik mik er natuurlijk altijd op die paar honderdsten te vinden en ik denk dat die aanpak ook loont zodra alles op zijn plek valt. Maar als je een auto hebt die voortdurend stuitert, is het heel lastig om de limiet op te zoeken, omdat de auto zo ontzettend onvoorspelbaar is. Je hebt daardoor een grotere marge nodig om alles veilig te houden, maar ik ben daar niet zo'n fan van.

Het is voor mij dus een vrij duur grapje als zoiets me overkomt." Toch denkt Leclerc niet dat dit specifieke probleem de hoofdrol speelde in de laatste paar races voor de zomerstop. "Dit was in ieder geval niet het grootste probleem, want we waren vooral bezig om de auto onder zo extreem mogelijke.