Daan en Tyrone zien bij aankomst op de parkeerplaats dat de jongen druk bezig is bij de kofferbakken van twee auto's. Zodra hij de politieauto ziet, gooit hij de auto's snel op slot. Daan heeft bovendien iets verdachts zien liggen in een van de kofferbakken, waarop de agenten besluiten hem te controleren.

De jongen wordt meteen zenuwachtig. "Wat was je aan het doen daar achterin?" vraagt Daan. De jongen antwoordt dat hij nergens mee bezig was.

De agenten vragen hem vervolgens om de kofferbak te openen. De jongen weigert in de eerste instantie, maar Daan wijst hem erop dat dit wel gaat gebeuren. "Je vertoont een beetje zenuwachtig gedrag.

Je trilt een beetje", aldus Daan. Bij de jongen breekt inderdaad het zweet uit. Hij roept meerdere malen dat de auto niet van hem is.

"Dat is allemaal niet van mij", geeft hij alvast als verklaring voor wat de agenten vervolgens in de auto's aantreffen. Als Daan en Tyrone de kofferbakken openen, zien ze acht tanks met lachgas liggen. "Ja, jongen, ik denk wel dat we een probleem hebben nu", concludeert Daan droogjes.

De jongen verklaart dat hij door anderen gedwongen wordt, maar concrete opdrachtgevers kan hij niet noemen. De jongen geeft aan dat hij niet meer 'durft te praten'. "Mag ik mijn mijn moeder even bellen?" vraagt hij nog wel.

Dat kan volgens Daan en Tyrone pas op het bureau. "Je mag even helemaal niks meer op dit moment." Het is overduidelijk dat de jongen ervan baalt dat hij is opgepakt.

Hij slaat zichzelf een paar keer voor het ho.