Jenny Erpenbeck beschrijft alleen de zonzijde van de DDR

De boeken van Jenny Erpenbeck worden wereldwijd goed ontvangen. De vertaling van haar roman Kairos kreeg dit jaar zelfs de International Booker Prize. Maar in Duitsland is ze minder geliefd, daar vindt men dat ze het DDR-verleden te veel romantiseert. „Het verbaast me dat lezers dat allemaal slikken als zoete koek.”

4 weeks Ago


Jenny Erpenbeck was tweeëntwintig jaar oud toen de Muur viel. Die avond van 9 november 1989 bracht Erpenbeck met vriendinnen door, en vervolgens ging ze vroeg naar bed. „Door het wereldgebeuren ben ik heen geslapen”, schrijft ze in een essay van 2013.

In het stuk lijkt Erpenbeck daar niet rouwig om, het klinkt meer alsof ze het liefst nog een paar dagen met de dekens over haar hoofd was blijven liggen. Ze had geen haast om van de nieuw gewonnen vrijheid gebruik te maken. „Plotseling werd er veel over vrijheid gesproken,” schrijft ze, „maar met dat woord [.

..] kon ik weinig.

” Schrijver Jenny Erpenbeck (1967) heeft altijd ambivalente gevoelens gehouden over de implosie van de DDR waar ze opgroeide. „De vrijheid ”, vervolgt ze in het stuk van 2013, „had een prijs, en de prijs was mijn gehele leven tot dan toe.” Door die weemoedige blik op de DDR worden de boeken van Erpenbeck in haar thuisland een stuk gereserveerder ontvangen dan internationaal.

In mei van dit jaar won Erpenbeck, samen met vertaler Michael Hofmann, de International Booker Prize voor de roman Kairos (2021), haar boek over een ontrafelende liefdesrelatie tegen de achtergrond van het ineenstortende socialisme. Eerder kreeg Erpenbeck ook al een voorloper van die prijs voor in het Engels vertaalde fictie, de Independent Foreign Fiction Prize van 2015, voor haar roman Een hand vol sneeuw (2012). Literair criticus James Wood tipte Erpenbeck in 2017 in The New Yorker voor de Nobelprijs voor Litera.

Copyright @ 2024 IBRA Digital