Lees-, kijk- en luistertips van onze redacteuren bij het nieuws. Deze week: een kinderboek over de enorme complexiteit van het heelal.
2 weeks Ago
‘Papa, hoe groot is de hemel eigenlijk?” Met die vraag begint Kruimels in het heelal , waarin de jonge Jana met haar vader, die ‘ruimte-onderzoeker’ is, het heelal verkent. Aan de hand van vragen die Jana voor het slapengaan afvuurt op haar vader reizen ze in gedachten vanuit Jana’s bed naar de maan, door het zonnestelsel en verder het heelal in. Het boek is geschreven voor kinderen van 7 jaar en ouder.
Jana stelt vragen die je kunt verwachten van een kind van die leeftijd, als ze de wereld aan het ontdekken zijn, zoals: waarom is de zon zo heet? Bestaan er babysterren? Hoeveel sterren zijn er? Waar komt het stof vandaan waar alle sterren van gemaakt zijn? Omdat het boek geschreven is als een dialoog tussen Jana en haar vader word je op een natuurlijke manier meegenomen op hun tocht door het heelal. De vragen van Jana worden beantwoord op een manier die de enorme complexiteit en uitgestrektheid van het heelal een beetje tastbaarder maakt. Zo leer je dat de planeet Venus „een verschrikkelijk heet ding” is waar „geen leven mogelijk” is en „zwavelzuur uit de lucht” valt, dat het licht er een seconde over doet om naar de maan te reizen (ongeveer net zo lang als een hartslag) en dat in een manshoge berg zand van zes meter breed net zoveel zandkorrels zitten als sterren in een sterrenstelsel.
Het boek lijkt een autobiografisch tintje te hebben. Het is namelijk geschreven door ‘ruimte-onderzoeker’ Heino Falcke, hoogleraar astrofysica aan de Radboud Universi.
Copyright @ 2024 IBRA Digital